Ultra-orthodoxe Joden blijven bij elkaar komen voor gebed
Het kostte de Israëlische autoriteiten de afgelopen dagen veel moeite de haredim (ultraorthodoxe Joden) te overtuigen afstand van elkaar te houden en scholen te sluiten.
Politiewoordvoerder Micky Rosenfeld meldde dat zondag politie-eenheden door de ultraorthodoxe wijk Mea Shearim in Jeruzalem patrouilleerden om een eind te maken aan samenscholingen en boetes uit te delen. Toen de agenten de wijk verlieten, bekogelden religieuze Joden hen met stenen. Daarbij liep een politieman lichte verwondingen op.
Ook in de winkelstraten van de wijk bleef het druk. Het kost een deel van de haredim moeite aan de nieuwe voorschriften te wennen. Voor haredim speelt het religieuze gemeenschapsleven waar ze deel van uitmaken een essentiële rol.
„Er heerst een zekere mentaliteit van onafhankelijkheid”, zegt rabbijn Yehoshua Pfeffer. „We accepteren, als het om godsdienstige plichten gaat, niet zomaar de instructies van de staat Israël en de staatsinstellingen. Hharedim hebben decennia gevochten voor vrijheid van godsdienst en onderwijs. Ze willen hun eigen zuivere wereld beschermen. De haredische leiders zeiden: Wacht even, wij gaan onze torahscholen niet sluiten. Dat is een religieuze zaak.”
Gemeenschap
De minister van Gezondheid, de ultraorthodoxe Yaakov Litzman, vertelde premier Benjamin Netanyahu dan ook dat de synagoges open moesten blijven.
„Voor de haredim zijn godsdienst en gemeenschap zeer nauw met elkaar verbonden”, zegt Pfeffer. „De gemeenschap is deel van de essentie van de haredi. Andere Joden, inclusief religieuze, zeggen: Wat is het probleem? Bid voor een paar dagen thuis. De Joodse wet accepteert dat. Maar vanuit haredisch oogpunt behoort het gemeenschappelijke bij de identiteit en de normen. Voor hen is de sluiting van de thorascholen en de synagogen extreem moeilijk te accepteren.”
Pfeffer verwacht dat haredim de komende dagen door zullen gaan bij elkaar te komen voor de gebeden. Dat kan overigens ook buiten de synagogen zijn. Bij de Westelijke Muur in Jeruzalem kwamen woensdagavond ook tientallen religieuze Joden bij elkaar, maar verreweg de meesten hielden voldoende afstand van elkaar.
Zorgcentra
Een kwetsbare groep in Israël zijn de bewoners van woonzorgcentra. Sinds 10 maart zijn deze centra gesloten voor bezoekers. Het eerste slachtoffer van het coronavirus was een bewoner van het Migdal Nofim seniorencentrum in Jeruzalem. Het slachtoffer, de 88-jarige Arye Even, was een Holocaustoverlevende uit Hongarije, die in 1949 naar Israël emigreerde. Hij bouwde zijn leven weer op, kreeg vier kinderen en achttien kleinkinderen.
In het centrum liepen verschillende andere senioren en stafleden het virus op. Een andere bewoner is ook overleden. Ze liepen het virus op van een sociaal werkster, die weer werd besmet door een bezoeker van een bruiloft.
Donderdagmorgen was het aantal bevestigde coronagevallen in Israël tot 2369 opgelopen. Vijf Israëliërs zijn aan de ziekte overleden en 58 zijn genezen verklaard. In de Palestijnse Gebieden is bij 71 Palestijnen Covid-19 vastgesteld, terwijl een persoon is overleden.