Basis fusie Hoogovens en British Steel is weg
Bijna drie jaar na dato lijkt de fusie tusen Hoogovens en British Steel met name voor de eerste partij op een deceptie uit te lopen.
Aluminium, juist de winstgevendste tak van het voormalige Hoogovens, wordt nu door de Britten van de hand gedaan om het fusieresultaat Corus op de been te houden.
Gouden bergen beloofden de fusiepartners nog toen ze in juni 1999 de samensmelting bekendmaakten. De Brits-Nederlandse combinatie voorzag jaarlijks 300 miljoen euro aan kostenbesparingen en daarnaast een versterking van elkaars positie.
British Steel en Corus vonden elkaar op een moment dat in de staal- en aluminiumsector een overnamegolf gaande was. De Britten haalden met de Nederlanders een van de efficiëntste branchegenoten binnenboord, die bovendien aan diep vaarwater was gelegen. Hoogovens dacht via British Steel zo veel (financiële) ruggensteun te krijgen dat verdere expansie mogelijk was.
De liefde was zo sterk dat beide toenmalige topmannen, J. Bryant en F. van Duyne, in enkele weken een gezamenlijk businessplan uitwerkten. Een belangrijk fundament onder de fusie was de zogeheten meermetalenstrategie, waarbij Corus zowel op staal als op aluminium inzette. Voordeel van die benadering was dat de sterke conjunctuurschommelingen in staal konden worden gegecompenseerd door de stabielere inkomstenstroom uit aluminium.
Analisten stelden destijds al dat de meermetalenbenadering op zich onvoldoende zou zijn. Corus moest fiks in aluminiumovernames investeren om ook op dat terrein mee te kunnen blijven spelen. Grote afnemers wilden, net als bij staal het geval was, alleen zaken doen met grote wereldwijde aanbieders.
De perspectieven op uitbreiding leken in 1999 gunstig. De Duitse industriële conglomeraten Viag en Veba stonden aan de vooravond van een fusie. Viag stelde daarbij dat het zijn aluminiumdochter VAW wilde afstoten. Corus zou bij inlijving in één klap doorstoten van plaats 25 naar de top-3 van wereldwijde aluminiumproducenten.
Het bleef echter stil rondom de mogelijke overname. De internationale staalmarkt ging door een diepe crisis, die het overwegend Britse Corus dubbel trof. Overcapaciteit drukte de staalprijzen, maar Corus leed daarbovenop onder het dure pond sterling. De Britse munt maakte Corus-producten onaantrekkelijk voor afnemers, terwijl in Groot-Brittannië zelf het staalconcern steeds meer goedkoop staal van de concurrentie zag opduiken.
Of dat nog niet genoeg was, bleven de Britse staalactiviteiten in efficiëntie ver achter bij die van Hoogovens. Al kort na de fusie moest Corus het mes zetten in de Britse activiteiten. De meest verouderde fabrieken gingen dicht en duizenden werknemers kwamen op straat te staan. Ruim 5500 mensen zijn inmiddels vertrokken, nog eens 6600 medewerkers zijn meegegaan bij de verkoop van de roestvrijstaaldivisie aan het nieuwe rvs-concern AvestaPolarit. Tot 2004 moeten er nog eens 4000 mensen uit.
De ingrepen kostten Corus bakken met geld, terwijl het concern alleen maar oplopende verliezen kon melden. In grote snelheid droogden de financiële bronnen op. Van de 1,36 miljard pond aan liquide middelen waarover het concern in 1999 nog beschikte, was een jaar later nog maar 273 miljoen pond over. En het interen ging in 2001 gewoon door. Geld is zo nodig dat Corus voor dit jaar een loonstop wil voor het Britse personeel, zo bleek uit een uitgelekte brief aan de bonden. Ook het Nederlandse personeel zou pas op de plaats moeten maken.
De financiële perikelen maken duidelijk dat Corus gewoonweg het geld ontbeert om de aluminiumambities, en daarmee de door Hoogovens bepleite meermetalenstrategie, waar te maken. Toen VAW vorige week definitief in handen kwam van Norsk Hydro was dat voor de Corus-top in Londen de bevestiging van de nieuwe situatie. In die omstandigheden past het beter om een goede prijs te vangen voor de eigen aluminiumdivisie, om zo de ergste financiële nood elders binnen het bedrijf te lenigen.