Coronadagboek: Tradities
Na een week zijn er al dingen die je voor de tweede keer doet. Zoals thuis naar de kerkdienst kijken. Niet dat zoiets ooit went.
En het snoep dan? vraagt de jongste. Ik geef hem een knuffel. Want dit soort vragen laat zien dat bij zo’n thuisdienst niet alleen de kerkgang wegvalt, maar ook tradities eromheen. En dat we nu samen nieuwe moeten bedenken.
Dat begint bij ons al bij het moment dat we uit bed moeten. Normaal gesproken bezoeken we, met het oog op onze pubers, de dienst van kwart voor elf. Nu begint de stream om 10 uur. En die willen we, als ouders, live meemaken. Dus vroeger je bed uit en vroeger eten. Dat klinkt simpel, maar vorige week misten we de afkondigingen. Nu gaat het iets soepeler. Twee minuten voor de dienst begint, zitten we klaar. Aangekleed en wel.
Dat laatste is overigens wel een dingetje. Ga je naar de kerk, dan kleed je je netjes aan. Dat hoeft bij ons niet in pak. De kinderen hoeven zelfs geen keurig gestreken bloesjes aan, maar sportkleren vinden we een brug te ver. Vorige week werd dat een kleine strijd. Want je kunt toch net zo goed in pyjama op de bank zitten? Of in trainingsbroek? Tja, daar had ik nog niet over nagedacht. Dit keer beslissen we anders. Gewoon normale kleren aan. Dat lukt. Hoewel… Als de dominee de Wet voorleest, ontdek ik dat de helft geen sokken aan heeft. Ik laat het maar even zo.
Wat is het heerlijk om onze eigen predikant te zien. In ons eigen kerkgebouw. Alleen dat al biedt troost. Dat de jongens zich duidelijk erg ongemakkelijk voelen bij het meezingen van de psalmen, snap ik. Ik hoop en bid dat Zijn woorden zullen binnenkomen. Misschien wel juist nu.
Na de dienst is er taart. Zoals gewoonlijk. Want de tradities die overeind kúnnen blijven, houden we in ere.
Mariska houdt een dagboek bij over haar ervaringen tijdens de coronacrisis