Onderzoek: Nederland tussenhalte voor smokkel Vietnamese kinderen
Mensensmokkelaars gebruiken Nederland vermoedelijk als tussenhalte voor de smokkel van minderjarige Vietnamese asielzoekers naar het Verenigd Koninkrijk. Het lukt opvangcentra waarin de kinderen terechtkomen niet om dat te beletten, concluderen onderzoekers.
De Vietnamezen nemen zelf de benen uit de zogeheten beschermde opvang, constateert het Expertisecentrum Mensenhandel en Mensensmokkel (EMM), dat het lot van de kwetsbare groep in opdracht van het ministerie van Justitie onderzocht. Omdat ze weten dat Nederland hen terugstuurt naar hun vaderland „ligt het voor de hand dat ze niet blijven”.
De beschermde opvang kan de asielzoekers niet opsluiten of vasthouden. Wakend personeel, verstevigde deuren en ramen en de inzet van een Vietnamese medewerker helpen niet, concludeert het EMM. Blijkt een Vietnamese asielzoeker verdwenen, dan maakt de politie geregeld te weinig werk van de opsporing. Er zijn inmiddels nieuwe afspraken gemaakt die dat moeten verbeteren.
Dat de instanties vermissingen niet altijd ernstig genoeg nemen, komt ook doordat ze soms twijfelen of de vermiste wel echt minderjarig is. Mogelijk doet een flink aantal van de Vietnamese asielzoekers zich jonger voor en zijn ze in werkelijkheid wel degelijk meerderjarig. Ze lijken te weten dat ze als minderjarige asielzoeker in Nederland kunnen rekenen op meer vrijheid en voorzieningen.
Ze zijn daarop waarschijnlijk voorbereid door mensensmokkelaars, denkt het EMM. Veel wijst erop dat ze precies weten wat hun te wachten staat in de beschermde opvang, hoe ze daaruit kunnen vertrekken en verder kunnen op hun reis naar de overkant van het Kanaal. Daar, maar misschien ook in Nederland, worden ze uitgebuit in nagelsalons en hennepkwekerijen.
Het lukt vrijwel nooit om de mensensmokkelaars die er vermoedelijk achter zitten te pakken. De asielzoekers die worden teruggevonden, zwijgen over wat hun is overkomen en wie daar de hand in hadden.