Premier Rutte gaf uitleg, koning Willem-Alexander biedt troost
Maandag gaf premier Rutte in zijn toespraak tot de natie een toelichting op het beleid van de regering. Vrijdagavond probeerde koning Willem-Alexander troost te bieden aan een volk in crisis.
Het is een understatement om te spreken van bijzondere tijden. Als in een week zowel de minister-president als de koning het volk toespreekt, dan is er sprake van een unieke situatie. Een crisis die nog het meest doet denken aan een tijd van oorlog.
Die ernst was vrijdagavond in de hele toespraak van het staatshoofd te merken. De setting waarin de toespraak was opgenomen, liet geen enkele ruimte voor afleiding. De koning liep niet en hij gebaarde amper. Nergens waren bloemen of versieringen te zien. Alleen enkele portretten –van zijn ouders, zijn vrouw en de kinderen– waren indirect in beeld.
Opvallend was de overeenkomst in de lichaamstaal van premier Rutte en die van de koning tijdens hun toespraken. Beide mannen zaten achter hun bureau. Allebei hielden ze gedurende bijna de hele speech hun handen op elkaar. Een houding waarmee rust uitgestraald wordt. Premier en koning zijn niet alleen leeftijdsgenoten, ze zijn ook overduidelijk een sterk op elkaar ingespeeld team.
Koning Willem-Alexander is gegroeid in zijn rol. Hij is al lang niet meer de jongen die graag wat duwt tegen het knellende protocol. Gezien zijn leeftijd is hij evenmin de vader van de natie. Maar hij is heel duidelijk wel de grote broer die oog heeft voor iedereen in de volksfamilie. Voor kwetsbare ouderen, voor hardwerkende ondernemers, voor vaders en moeders en niet te vergeten voor de kinderen. Dat hij zich speciaal tot hen richtte, zegt veel over zijn persoonlijke omstandigheden. Hij is een vader die weet dat het voor kinderen eventjes leuk is niet naar school te hoeven, maar dat die pret heel snel verdwijnt.
Ontroerend was zijn spreken over het tonen van onderlinge genegenheid. Over het vasthouden van de hand van een oudere. Iets wat nu niet kan. Zijn opmerking dat we het coronavirus niet kunnen stoppen maar het eenzaamheidsvirus wél, laat exact zien wat hij belangrijk vindt: verbondenheid, solidariteit en medemenselijkheid. Wat betreft die rode draad in zijn toespraak, toont hij zich een echte en waardige zoon van zijn moeder.
Staatshoofd zijn van een zo divers koninkrijk als Nederland, zorgt er steeds weer voor dat optredens van de koning tijdens belangrijke momenten, christenen in de samenleving een enigszins verweesd gevoel kunnen geven. God en Bijbel werden ook nu niet genoemd. Het spreken over kerkdiensten die niet door kunnen gaan, was de enige verwijzing naar het geloof dat voor zo veel mensen de dragende grond is van hun bestaan. Dat is voor velen misschien een gegeven dat hoort bij een multiculturele samenleving. Maar het blijft daarmee voor veel christenen wel een gemis. Natuurlijk is een staatshoofd geen predikant. Maar als koning probeert hij wel troost te bieden aan zijn onderdanen. En troost heeft een bron.
Blijft staan dat juist in crisissituaties waarin er rouw, verdriet, angst en onzekerheid zijn, de koning een zeer belangrijke rol vervult. Met zijn optreden schrijft hij geschiedenis. Misschien is het wel de opmerking over het eenzaamheidsvirus of die over het vasthouden van iemands hand die over vele jaren nog herinnerd zal worden. Net zoals iedereen nu nog de laarzen van koningin Juliana, die na de watersnoodramp in 1953 de getroffen gebieden bezocht, op het netvlies heeft staan. Of het beeld van koningin Beatrix waarin ze, tijdens een bezoek aan de Bijlmermeer na de vliegtuigramp, haar hand voor haar mond sloeg. Of, misschien nog het meest iconisch van alles: de hoorbaar diepe zucht waarmee de koningin in 2009 haar toespraak begon na de aanslag op de koninklijke familie tijdens de viering van Koninginnedag in Apeldoorn.
Het zijn deze momenten waarop het koningschap handen, voeten en een stem krijgt en daarmee dichterbij komt dan ooit.