Weinig te vieren bij Perzisch Nieuwjaar
Voor Iraniërs is vrijdag het Perzisch Nieuwjaar aangebroken. Maar veel te vieren valt er niet. Het coronavirus houdt het land in de greep. En de zwaarste beproeving moet wellicht nog komen.
Er heerst in deze tijd van het jaar normaal gesproken topdrukte in Iran. De hele bevolking slaat eten en cadeautjes in voor de viering van Newroz, het Perzisch Nieuwjaar, dat het begin van de lente markeert. Iedereen is vrij en zoekt familie en vrienden op.
De markten in Teheran en andere grote steden bieden dezer dagen echter een desolate aanblik. Rolluiken onttrekken etalages aan het gezicht. De weinige winkeliers die zaak winkel nog open houden, dragen mondkapjes en nemen geld op armlengte afstand aan. Trein- en metrostations zijn compleet verlaten. De internationale luchthaven Mehrabad handelt zo’n 20 vluchten per dag af, tegen 400 rond Newroz in andere jaren.
Massagraven
„Dit doet me denken aan de tijd dat winkeliers massaal hun deuren sloten uit protest tegen het bewind van sjah Mohammed Reza Pahlavi, veertig jaar geleden”, vertelde vishandelaar Reza Jahani deze week tegen persbureau Associated Press. Die staking vormde de opmaat naar de Islamitische Revolutie van 1979, die het huidige autocratische sjiitische bewind aan de macht bracht.
Nu is het geen staking, maar het coronavirus dat Iran grotendeels heeft lamgelegd. Na China en Italië is de Islamitische Republiek het hardst door de pandemie getroffen. Officieel staat de teller vrijdag op 18.407 besmettingen en 1284 doden, maar het werkelijke aantal ligt volgens deskundigen vermoedelijk veel hoger. De betrouwbaarheid van informatie over de interne situatie in het land is altijd al lastig vast te stellen, en dat geldt nu in het bijzonder. Veelzeggend was dat Amerikaanse satellieten onlangs waarnamen dat rond Iraanse steden enorme massagraven worden gedolven, kennelijk bedoeld om de vele coronadoden te begraven.
Hoogstwaarschijnlijk is misleidende communicatie rond de uitbraak een van de belangrijkste oorzaken geweest van de razendsnelle verspreiding van het virus. Toen de eerste gevallen bekend werden, ontkende de Iraanse regering simpelweg dagenlang dat er een probleem was. Onderminister van Gezondheid Iraj Harirchi deed quarantaine voor de camera –al zwetend– af als iets „uit het Stenen Tijdperk.” Een dag later bleek de bewindsman zelf besmet. Intussen gingen ook de parlementsverkiezingen van 21 februari gewoon door en drukten de autoriteiten iedereen op het hart om toch vooral te gaan stemmen, alsof er geen ziektekiemen in de lucht hingen.
Reisfatwa
Het zorgde er allemaal voor dat het virus zich juist in die cruciale beginperiode vrijwel ongebreideld kon verspreiden. In tegenstelling tot veel andere landen in het Midden-Oosten die vanaf het bekend worden van de uitbraak strikte maatregelen hebben genomen.
Inmiddels is het regime 180 graden gedraaid in de communicatie rond het coronavirus. Nog steeds circuleert in Iran het verhaal dat Covid-19 een geheim biologisch wapen van de Amerikanen is, maar de autoriteiten nemen de dreiging in elk geval serieus.
De hoogste religieuze leider van het land, ayatollah Ali Khamenei, heeft hoogstpersoonlijk een fatwa uitgevaardigd waarin alle niet-noodzakelijke reizen worden verboden. Op de staatstelevisie wordt gewaarschuwd dat het virus „miljoenen mensen kan doden” als de richtlijnen van de overheid niet worden opgevolgd.
Dat aantal is gelukkig niet realistisch. Maar het geeft wel de ernst van de situatie aan. Want nog steeds groeit het aantal besmettingen met enkele duizenden per dag. De Iraanse gezondheidszorg kan de crisis allang niet meer aan.
Allerarmsten
Hoewel de ziekte ook de hogere regionen niet voorbijgaat –relatief veel mensen in de regering zijn eveneens besmet– zijn het toch vooral de allerarmsten die het zwaarst worden getroffen. Zij hebben het al niet breed door de strenge internationale strafmaatregelen die tegen Iran van kracht zijn en dreigen nu helemaal hun inkomsten te verliezen. „Straatverkopers hebben de keus tussen honger of corona”, geeft politiek analist Saeed Leilaz als voorbeeld.
Vrijdagmorgen hebben de Iraniërs elkaar bij zonsopgang een goed nieuwjaar gewenst. Ze hopen op betere tijden, maar vooralsnog wordt die hoop ernstig door het virus overschaduwd.