Gevangenen naaien mondkapjes, maar hebben ze ook zelf nodig
Gedetineerden in vijf Nederlandse gevangenissen naaien mondkapjes om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Nu het virus ook voor het eerst een gevangene heeft besmet, kunnen ze de steeds schaarsere maskers zelf ook wel gebruiken.
In onder meer de Penitentiaire Inrichting in Dordrecht zijn gevangenen donderdag achter de naaimachine gekropen, is te zien op beelden van het ministerie van Justitie en Veiligheid. Met de voorgeschreven tussenruimte van anderhalve meter. Ze kunnen nog even vooruit, want het katoen ligt hoog opgestapeld.
In totaal zo’n honderd gedetineerden in Dordt, Sittard, Nieuwersluis, Nieuwegein en Ter Apel naaien sinds donderdag simpele mondkapjes van katoen. Die beschermen niet voldoende voor gebruik in ziekenhuizen maar komen wel van pas in de bajes zelf en in „andere maatschappelijke sectoren”. De gevangenissen hopen 50.000 stuks per week te maken.
Hoofddirecteur Gerard Bakker is „enorm trots”. Hij wijst erop dat het „geen gemakkelijke tijden zijn” voor gedetineerden en bewaarders: bezoek en verlof zijn door de coronacrisis voorlopig taboe. Dat de gevangenissen „binnen zo’n korte tijd in staat zijn om een belangrijke maatschappelijke bijdrage te kunnen leveren om dit virus te lijf te gaan” toont volgens Bakker hun „veerkracht”.