Theologenblog: De dokter en de dominee
Kan dit theologenblog over iets anders gaan dan corona? Tot kort voor de deadline heb ik dat gedacht. Maar bij de ingrijpende maatregelen die nu genomen worden, voelt iedereen het dichterbij komen, en kun je bijna niet aan iets anders denken. Zo vergaat het mij tenminste.
Er is al veel gezegd en geschreven, ook over hoe je deze pandemie vanuit het christelijk geloof kunt duiden. Ik denk dat je daar voorzichtig mee moet zijn. Virussen bestaan nu eenmaal, ze muteren sneller dan we met vaccins kunnen bijhouden, en in een bepaalde mix van omstandigheden breiden ze zich razendsnel uit. Juist onze hoogontwikkelde samenleving, met alle interactie en mobiliteit, blijkt dan kwetsbaar te zijn.
We zijn niet de eersten die zich met de vragen van gezondheid en ziekte bezighouden. Dat blijkt uit een geschrift van de zeventiende-eeuwse theoloog Gisbertus Voetius. In 1634 – Voetius woonde toen in Dordrecht – voerde hij een briefwisseling met zijn stadgenoot de arts Johannes Beverwijck over ”het einde van het leven” (”De vitae termino”). Zeven jaar later werd de ”verhandeling in briefvorm” (”Dissertatio epistolica) gepubliceerd, een boek van zo’n driehonderd bladzijden!
De discussie tussen de dokter en de dominee steekt af naar filosofische diepten. In vragen van gezondheid en ziekte bewegen de reacties van mensen zich tussen twee uitersten. Het ene uiterste is het fatalisme, dat ervan uitgaat dat alles toch al vastligt. Dan kun je dus nergens iets aan doen. Aan de andere kant zie je een koortsachtige activiteit, waarmee mensen elk middel aangrijpen om ziekte en ander leed te voorkomen. In onze tijd lijkt me die tweede reactie het meest voor te komen.
Voetius en Beverwijck zijn het over een aantal zaken eens. Alles wat er gebeurt, ook ziekte en rampspoed, kun je op twee niveaus bekijken. Allereerst op het niveau van God, die door zijn voorzienigheid alles regeert. Maar vervolgens ook op het niveau van de ”tweede oorzaken”, al die geschapen factoren die op elkaar inwerken en waarin wij als mensen onze verantwoordelijkheid hebben.
De filosofische vraag waarop Voetius ingaat, is hoe die twee niveaus samengaan. Als vanuit Gods volmaakte voorkennis het levenseinde van ieder mens al vastligt, is er dan nog wel ruimte voor medisch handelen? En omgekeerd: als er op het creatuurlijke vlak zoveel variabelen meespelen, hoe kan God dan ooit weten en bepalen hoe het met ieder mens afloopt?
Met een keur aan argumenten op basis van de Bijbel betoogt Voetius dat beide bij elkaar horen. God weet precies hoe ons leven zal verlopen, en Hij kent ook het einde ervan. Toch hoeven we dan niet stil te vallen omdat er toch niets aan te veranderen zou zijn: God wil ons juist aan het werk zetten bij de uitvoering van zijn plan. Als we ons maar realiseren dat niet wijzelf bepalen hoe ons leven loopt. God doet dat.
Misschien lijken deze bespiegelingen luchtfietserij. Waarom zou je je druk maken over de verbinding tussen Gods bestuur en onze menselijke verantwoordelijkheid wanneer een corona-epidemie het leven stillegt? Voor Voetius en Beverwijck waren deze vragen geen droge theorie, maar hielpen ze om in de realiteit van het leven een draad in handen te krijgen. In hun tijd stonden zij elke dag dicht bij het einde van het leven. In de zeventiende eeuw was de sterfte onder kinderen nog enorm hoog. Ook deden de laatste grote pestepidemieën de ronde. De dokter en de dominee wisten echt wel waarover zij het hadden.
Vandaag hebben we vooral de dokter nodig. We zijn dankbaar voor instanties als het RIVM en de GGD, en voor artsen, verpleegkundigen en ondersteuners die zich voor de zorg aan zieken en kwetsbaren inzetten. Bij dat alles houdt ook de dominee zijn taak. Wij weten veel en we kunnen veel, als mensen in de 21e eeuw, en die wetenschap geeft ons de mogelijkheid en de plicht om maatregelen te treffen. Toch krijgen we niet alles onder controle. We weten en we kunnen te weinig om gevaar, ziekte en dood definitief op afstand te houden.
De coronacrisis confronteert ons met ons sterfelijk bestaan. En brengt ons zo weer extra te binnen dat wij voor het aangezicht van God leven. Alleen Hij overziet wat er in de wereld gaande is, en door zijn wil leidt Hij die hele wirwar van gebeurtenissen naar het doel dat Hij gesteld heeft. Aan deze God mogen we ons bij alle onzekerheid toevertrouwen. Onze tijden zijn in zijn hand.
De auteur is universitair hoofddocent Systematische Theologie. Hij schrijft dit blog als lid van de gezamenlijke onderzoeksgroep BEST (Biblical Exegesis and Systematic Theology) van de Theologische Universiteiten in Apeldoorn en Kampen.