Strategie kabinet: het virus beheerst toelaten
Nederland gaat niet volledig op slot. Dat is het beste voor de volksgezondheid op de lange termijn, stelde Rutte in zijn rede.
„Ik heb vanavond geen gemakkelijke boodschap voor u”, zei Rutte maandagavond. „De realiteit is dat het coronavirus onder ons is en voorlopig ook onder ons zal blijven. De realiteit is ook dat de komende tijd een groot deel van de Nederlandse bevolking met het virus besmet zal raken.”
Eerder voorspelde het RIVM dat de helft van de Nederlandse bevolking binnen nu en een jaar het virus zal oplopen.
Rutte: „In afwachting van een vaccin of medicijn kunnen we de verspreiding van het virus afremmen en tegelijkertijd gecontroleerd groepsimmuniteit opbouwen.”
Beschermende muur
Het centrale woord in Ruttes toespraak: groepsimmuniteit. Een „beschermende muur”, noemt hij het.
Die beschermende muur moet nu nog worden opgericht. Het coronavirus is immers een nieuw virus waartegen de meesten nog geen weerstand hebben opgebouwd. In tegenstelling tot het influenzavirus dat jaarlijks voor een uitbraak zorgt. En in tegenstelling tot het mazelenvirus, dat velen in hun jeugd hebben gehad of waartegen ze zijn gevaccineerd. Dát maakt het coronavirus zo gevaarlijk, omdat zo een groot deel van de bevolking ziek kan worden.
Als het grootste deel van de bevolking wél immuun is, spreek je van groepsimmuniteit. Volgens RIVM-directeur Jaap van Dissel moet daarvoor 50 tot 60 procent van de bevolking het coronavirus hebben gehad.
Dit percentage hangt af van onder meer de besmettelijkheid van de ziekte. Zo moet voor het extreem besmettelijke mazelen 94 procent van de bevolking immuun zijn en voor difterie 83 procent. Hoe meer mensen immuun zijn, hoe moeilijker het voor het virus wordt om van de een op de ander over te springen.
Hoe bereik je groepsimmuniteit? Niet door het land compleet op slot te doen, zoals in Spanje, Frankrijk, Italië en Duitsland gebeurt. Dan bouwt immers niemand weerstand op.
Wél door het virus „gecontroleerd rond te laten gaan”, met de woorden van Van Dissel, maandagavond tegen Nieuwsuur. Van Dissel: „We kijken of we een zekere mate van infecties kunnen toelaten. Ook al hebben we niet alles in de hand. Als we het virus laten rondgaan in de groep die het aankan, en tegelijkertijd de zwakken afschermen, kan uiteindelijk de bevolking als geheel immuun worden.”
Op het ene moment zijn er strenge maatregelen nodig om de verspreiding van het virus af te remmen. Zoals nu gebeurt: scholen en horeca houden de deuren dicht, evenementen gaan niet door en veel mensen werken thuis. Van Dissel: „Dan afwachten wat er gebeurt. Wellicht kunnen de maatregelen op een ander moment worden versoepeld.” Met andere woorden: dan krijgt het virus weer vrijer spel. Zodat anderen worden besmet en hopelijk weerstand opbouwen.
Intussen is het zaak om te voorkomen dat te veel mensen tegelijk ziek worden en ziekenhuizen en intensive cares overbelast raken. Mede daardoor kan het volgens Rutte nog maanden duren voordat groepsimmuniteit is bereikt.