Economie

Economische inzinking mogelijk net zo erg als in 2008

Dat er als gevolg van het coronavirus een wereldwijde economische inzinking op ons afkomt, lijkt langzamerhand wel zeker. Alles wijst in die richting, het beeld verslechtert razendsnel. En daarmee dringt zich bij menigeen de herinnering op aan de diepe crisis van 2008. Een aantal vragen.

Arie de Rooij
17 March 2020 10:25Gewijzigd op 16 November 2020 18:33
beeld AFP, Johannes Eisele
beeld AFP, Johannes Eisele

Wat is de stand van zaken?

De luchtvaartsector en de reisbranche worden keihard geraakt. De horeca is gesloten en zit dus zonder inkomsten. De export van veel ondernemingen ligt stil. Tienduizenden bedrijven vragen werktijdverkorting aan. De beurzen storten in. Kan het erger? Zo ben je geneigd te denken. Brussel acht een recessie in de eurozone dit jaar inmiddels onvermijdelijk. Het zou niet verbazen als de huidige prognoses nog veel te optimistisch zijn.

Krijgen we een herhaling van de vorige crisis?

Elke crisis is uniek en heeft een eigen oorzaak. In die zin valt 2020 niet te vergelijken met najaar 2008. Maar uiteindelijk zal het wel op tal van punten op hetzelfde uitdraaien: de economische groei zakt in, winsten verdampen, banen worden geschrapt, overheidsfinanciën en koopkracht komen onder druk te staan. In welke mate allemaal? Dat blijft afwachten, maar het kan zeker net zo erg worden als ruim een decennium geleden, of misschien zelfs wel erger.

Wat gebeurde er in 2008 en kort daarna ook alweer?

Het begon bij de banken. De rente in de VS steeg, burgers daar konden hun hypotheekverplichtingen niet langer nakomen. Dat leverde verliezen op voor financiële concerns. Die raakten in moeilijkheden en door hun onderlinge verwevenheid, veelal via ingewikkelde constructies, breidden de problemen zich internationaal als een olievlek uit. Daarna volgden pas de effecten voor de reële economie, de wereld van goederen en diensten. Die dook in 2009 in een zware recessie. In Nederland was sprake van een krimp van maar liefst 3,9 procent. Toen besmette de financiële sector de reële economie, nu zou het omgekeerde kunnen gebeuren.

Waarin verschillen de huidige maatregelen van die van toen?

Destijds was het in eerste instantie alle hens aan dek om de banken overeind te houden. Overheden trokken tientallen miljarden euro’s uit voor reddingsoperaties. Vervolgens, eind 2008, lanceerde de Europese Commissie in een gecoördineerde operatie met de lidstaten een stimuleringsprogramma van 200 miljard euro (1,5 procent van het gezamenlijk bruto binnenlands product) om, zoals in dat plan vermeld, „de vraag te bevorderen en het vertrouwen op te krikken.” Nu zien we dat tot dusver overheden vooral gerichte steunmaatregelen treffen om te voorkomen dat in allerlei bedrijfstakken ondernemingen omvallen.

Welke rol spelen de centrale banken?

Bij een crisis, economisch of zoals 11 september 2001, komen de centrale banken welhaast standaard in actie om te vermijden dat er liquiditeitstekorten ontstaan. Als er paniek uitbreekt en het vertrouwen wegvalt, dreigt de kredietverlening op te drogen, doen financiële partijen geen zaken meer met elkaar. De monetaire bestuurders zorgen er dan voor dat banken en in hun kielzog bedrijven over voldoende geld blijven beschikken. Meestal doen ze dat door de rente te verlagen. In de VS heeft de Federal Reserve (Fed) al twee keer op die manier ingegrepen, in totaal van 1,5 naar 0 procent. De Europese Centrale Bank (ECB) heeft weinig ruimte, hier is de rente al extreem laag. Dus koos hij vorige week voor andere maatregelen. Misschien ook beter, een verdere rentedaling in Europa zal waarschijnlijk weinig zoden aan de dijk zetten.

Hoe staat Nederland er voor?

Onze economie draaide tot voor kort prima. De overheidsfinanciën zijn op orde, met een overschot op de begroting en een relatief geringe staatsschuld. De werkloosheid was nog nooit zo laag, op de arbeidsmarkt heerste de laatste tijd krapte. Maar dat kan allemaal snel veranderen. Dat was in 2008 ook het geval. Op Prinsjesdag, een dag na de ondergang van zakenbank Lehman Brothers, schreef toenmalig minister Bos van Financiën in de Miljoenennota dat Nederland in een uitstekende uitgangspositie verkeerde. Het Centraal Planbureau raamde voor 2009 een groei van 1,25 procent. Achteraf bleek dat een miskleun, maar daar kon het CPB ook niks aan doen.

Meer over
Corona

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer