Dat bleek donderdag tijdens een debat over het mestakkoord dat de Nederlandse regering heeft gesloten met de Europese Commissie.

Van der Vlies wil dat de regering „al het haar mogelijke doet en zich er krachtig voor inspant” dat de steun aan jonge boeren halverwege volgend jaar van kracht wordt. Veerman zou die steun eerst moeten betalen uit eigen zak en zo spoedig mogelijk daarna geld uit Brussel moeten zien los te krijgen.

Een ruime kamermeerderheid van CDA, VVD, PvdA, LPF, ChristenUnie en SP steunt de motie. De Kamer had Veerman al eerder gevraagd om het jonge boeren makkelijker te maken een agrarisch bedrijf over te nemen. De bewindsman besloot echter geen aanvraag in te dienen bij de EU voor een bijdrage uit de zogeheten Plattelands Ontwikkelings Programma, waaruit de steun aan jonge boeren wordt betaald. Als reden daarvoor gaf het kabinet op dat er eerst een definitief akkoord moet zijn bereikt met Brussel over het nieuwe mestbeleid.

Het inmiddels bereikte akkoord met de Europese Commissie over de uitvoering van de Nitraatrichtlijn is zeer tegen de zin van LPF en VVD. Beide fracties dienden donderdag in hetzelfde debat een motie in die het kabinet oproept opnieuw met Brussel te gaan onderhandelen over de mestwetgeving.

Staatssecretaris Van Geel van Milieu wees die motie echter krachtig van de hand. „Niet aanvaardbaar”, aldus de bewindsman. Hij is niet van plan om terug te gaan naar de Europese milieucommissaris om weer te gaan praten over het mestakkoord. Volgens Van Geel is dat akkoord een feit. „De ankerpunten van het mestbeleid staan niet ter discussie. Het is een acceptabel pakket.” Hij waarschuwde dat de derogatie mogelijk in gevaar komt, als Nederland dwars blijft liggen. „Dat zou onverantwoord zijn.”