Coronavirus bedreigt vooral kwetsbare mensen
Grote evenementen gaan niet door, veel mensen moeten thuiswerken en in supermarkten wordt gehamsterd. In Amsterdam zijn mensen met gasmaskers gesignaleerd. De paniek om het coronavirus slaat om zich heen. Tijd voor een overzicht van de belangrijkste feitelijke informatie. Zes vragen.
Voor wie is het coronavirus gevaarlijk?
Het virus is vooral gevaarlijk voor de risicogroepen: ouderen en mensen die al een of meerdere aandoeningen hebben. Verreweg de meeste dodelijke slachtoffers zijn 70-plussers. Daarentegen zijn er nog geen gevallen bekend van kinderen onder de tien.
Onder hartpatiënten zijn gemiddeld tien keer zo veel dodelijke slachtoffers als onder mensen zonder een onderliggende aandoening. Als iemand met hartfalen door het virus koorts of ademhalingsproblemen krijgt, kan dat te veel van het lichaam vergen. Mensen met longziekten, zoals COPD, krijgen eerder een longontsteking of longaanval, soms met dodelijke afloop. Bij diabetici werkt het immuunsysteem minder goed.
Verhoudingsgewijs overlijden meer mannen aan het virus dan vrouwen. Vrouwen hebben een actiever immuunsysteem dan mannen. Ook speelt leefstijl een rol: de helft van de Chinese mannen rookt, tegen slechts 2 procent van de vrouwen.
Hoe ernstig zijn de symptomen?
Vier op de vijf besmette mensen hebben milde klachten, zoals verkoudheid en koorts. Zij hoeven niet te worden opgenomen en kunnen thuis herstellen. Bij 14 procent van de zieken zijn de klachten ernstig, zoals benauwdheid en longontsteking. Een minderheid van de patiënten komt in een kritieke toestand terecht, waarbij longfalen, bloedvergiftiging en multi-orgaanfalen kunnen optreden.
Hoe snel krijg je klachten?
Met het coronavirus besmette mensen merken dat meestal pas na vijf dagen, blijkt uit recent onderzoek onder 181 patiënten. Bij 97,5 procent van de mensen ontstaan symptomen binnen twaalf dagen. Bij sommigen is de incubatietijd dus heel lang. Het is tot dusver onduidelijk of mensen die nog geen ziekteverschijnselen hebben het virus kunnen overdragen. De WHO acht die kans erg klein. Het RIVM geeft aan dat de overdracht van het virus door iemand zonder klachten een „zeer beperkte rol” lijkt te spelen. Duitse virologen melden wel dat ook mensen met slechts milde klachten al grote hoeveelheden virusdeeltjes bij zich dragen en dus besmettelijk zijn voor anderen.
Hoe besmettelijk is het virus?
Eén ziek persoon besmet gemiddeld twee tot drie andere personen. Daarmee is het coronavirus minder besmettelijk dan bijvoorbeeld mazelen, waarbij één persoon gemiddeld wel elf tot achttien anderen aansteekt.
Het virus verspreidt zich door hoesten en niezen. Mensen kunnen besmet raken als ze luchtdruppeltjes (aerosolen) inademen of via de handen in de mond, neus of ogen krijgen.
Amerikaanse onderzoekers ontdekten recent dat intacte coronavirussen in aerosolen tot wel drie uur in de lucht kunnen blijven zweven. Ook kunnen ze 4 uur op koper, 24 uur op karton en twee tot drie dagen op plastic en roestvrij staal overleven. Reiniging met 70 procent alcohol kan het virus binnen een minuut inactiveren.
Helpen rigoureuze maatregelen?
De adviserende maatregelen die de Nederlandse overheid neemt –geen handen schudden, geen bijeenkomsten met meer dan honderd personen organiseren, zo veel mogelijk thuiswerken en thuisblijven bij verkoudheidsklachten– zijn erop gericht de verspreiding van het virus te vertragen. Bij een langzamere verspreiding zijn er minder mensen tegelijk ziek. Dit voorkomt overbelasting van de gezondheidszorg, het ziekenhuispersoneel en de medische voorzieningen. Zo is het aantal plekken op de intensive care niet onbeperkt.
Achteraf zal blijken of de genomen maatregelen effectief waren, tekortschoten, of misschien wat overdreven waren.
Hoeveel mensen overlijden eraan?
Wereldwijd zijn circa 138.000 besmettingen vastgesteld (vrijdagavond). Zo’n 5100 mensen overleden aan het virus, van wie 3100 in de Chinese provincie Hubei. Dat komt neer op een sterfte van 3,7 procent.
Buiten Hubei is het sterftepercentage lager, zeker als ook besmette mensen zonder symptomen worden meegerekend. In Zuid-Korea kwamen onderzoekers uit op 0,7 procent. Van de 190.000 geteste mensen waren er 7478 besmet en overleden er 51.
Het sterftecijfer verschilt per land, afhankelijk van onder meer de lokale omstandigheden en de mate van vergrijzing.
Het aantal besmettingen en dodelijke slachtoffers blijft intussen toenemen. Van een kentering is in de meeste landen –uitgezonderd China– nog geen sprake.