Kuddewaakhond prima, maar duur middel tegen wolvenaanval
Een kuddewaakhond is een prima middel om schaapskuddes te beschermen tegen aanvallen door wolven. Maar de oplossing is wel duur en tijdrovend en vraagt veel inspanning van de schaapsherder.
BIJ12, het bureau dat voor de provincies onder andere de wolvenschade afhandelt, liet in de afgelopen twee jaar experimenten met een kuddewaakhond uitvoeren in de natuurgebieden Wierdense Veld en Sallandse Heuvelrug. In de tijd dat er een waakhond bij de kudde liep zijn de schapen niet aangevallen door wolven, vossen of honden, aldus BIJ12 woensdag. Dat bevestigt de gunstige ervaringen die al met kuddewaakhonden zijn opgedaan in landen als Duitsland, Roemenië en Turkije.
Maar Nederland is veel dichter bevolkt dan die landen, aldus BIJ12, en dat geeft problemen met recreanten. Zo mogen zij de zeer waakse honden niet aaien en waarschuwingsbordjes bleken daarvoor onvoldoende. De herder moest vaak ingrijpen. Waakhonden zoals de Pyrenese berghond, de Hongaarse kuvasz en de Roemeens akbash zijn ook duur in de aanschaf en moeten met veel toewijding worden getraind.
Volgens BIJ12 blijkt uit actuele wolvenmeldingen dat de roedel op de Noord-Veluwe vaker in groepsverband op wild jaagt. Van de roedel zijn in elk geval nog het ouderpaar en een jong in leven, zo tonen DNA-sporen aan. De dieren hebben hun territorium uitgebreid. Natuurbeheerders verwachten een nieuw nest wolven op de Noord-Veluwe dit jaar.
De wolvin op de Midden-Veluwe is nog steeds alleen. In Noord-Brabant heeft een wolvin uit het Duitse Gohrischheide rondgelopen en schapen gedood. Dit dier is naar Vlaanderen vertrokken en vormt daar waarschijnlijk een paar met een solitair mannetje dat er al was. De Belgen noemen de wolvin Noëlla.
In de noordelijke provincies heeft een solitaire wolf 95 schapen gedood op 17 locaties, meldt BIJ12. Of die wolf blijvend in Noord-Nederland zit, is nog niet duidelijk. Het is heel ongewoon dat een mannetje zich vestigt in een gebied waar nog geen vrouwelijke wolf was. Deskundigen doen nu veldonderzoek om erachter te komen of er in Friesland, Groningen of Drenthe toch een vrouwtje zit of is geweest.