Uitbraak in Noord-Korea zou ramp zijn
Terwijl China, Zuid-Korea en Japan kampen met massale uitbraken van het coronavirus blijft het de afgelopen maanden uit één Oost-Aziatisch land oorverdovend stil: Noord-Korea.
Hoe zit het met Noord-Korea: is het communistische land door zijn isolement simpelweg niet is getroffen of probeert Pyongyang de werkelijke situatie aan het zicht te onttrekken?
Hoewel Noord-Korea dikwijls wordt voorgesteld als een afgesloten fort zijn de grenzen poreuzer dan vaak gedacht. In 2019 bezochten 350.000 Chinese en 4000 tot 6000 westerse toeristen het land. De 1420 kilometer lange grens tussen China en Noord-Korea is te lang om geheel af te grendelen: er wordt over en weer veel legale én clandestiene handel gedreven.
Evenementen afgelast
Noord-Korea kwam als een van de eerste naties in actie rondom de virusuitbraak. Al op 22 januari legden de autoriteiten alle toerisme naar het land stil. Burgers die uit het buitenland Noord-Korea betreden moeten dertig dagen in quarantaine. Dit doet denken aan de ebola-epidemie van 2014. Toen moest iedere binnenkomende bezoeker 21 dagen in quarantaine, hoewel in heel Azië geen enkele besmetting plaatsvond.
Leider Kim Jong-un wil uitstralen dat hij serieus werk maakt van het voorkomen van een epidemie in zijn land. Bij een raketproef eerder deze week droegen alle militairen die de dictator vergezelden braaf een mondkapje. Vorige week ontsloeg Kim twee hoge partijkaders vanwege niet verder toegelichte „corrupte handelingen” in verband met de virusbestrijding. Alle burgers wordt geadviseerd mondkapjes te dragen en niet meer naar restaurants te gaan. Meerdere faciliteiten zijn tijdelijk gesloten, sportevenementen afgelast en veel scholen geven voor onbepaalde tijd geen les.
Hoewel Pyongyang vooralsnog geen besmettingen meldt, is het onwaarschijnlijk dat het coronavirus Noord-Korea helemaal niet getroffen heeft. Zeker 7000 burgers zijn in quarantaine geplaatst. Netwerken met bronnen in het land zeggen dat er in het land besmettingen én doden zijn, al is onbekend hoeveel. De Chinese VN-ambassadeur Zhang Jun zei dat Noord-Korea ,negatief” te lijden heeft onder het virus, zonder verder uit te weiden.
Hoe erg de situatie in het land is, is moeilijk in te schatten. Nu Noord-Korea zichzelf nog strikter afsluit voor de buitenwereld dan normaal is er geen informatie over het aantal coronabesmettingen en hoe hiermee wordt omgegaan. Vluchtelingen melden dat bij eerdere epidemie-uitbraken mensen vaak getroffen werden, maar dat zij niet behandeld werden of dat hun ziekteverschijnselen werden afgedaan als griep of longontsteking.
Tekorten
Feit is dat het ingestorte zorgstelsel een grootschalige ziekte-uitbraak nauwelijks het hoofd zou kunnen bieden. Daarom zijn de maatregelen die het land neemt ook zo draconisch. De nog werkende ziekenhuizen kampen structureel met tekorten aan medicijnen en andere medische producten.
Het is niet ongebruikelijk dat wegwerphandschoenen meerdere malen worden benut of dat bierflesjes worden gebruikt om een infuus mee te maken. Veel klinieken hebben niet eens stromend water en handen worden gewassen in een bassin van water en zeep. Circa 43 procent van de bevolking is ondervoed – en daarmee extra kwetsbaar voor ziekten als het coronavirus.
Het land kent dan ook een van de hoogste percentages besmettingen met tbc en hepatitis B. Landen als China, Japan en Zuid-Korea –met een veel modernere en professionelere medische infrastructuur dan Noord-Korea– worstelen al enorm met het indammen van het coronavirus. Zo’n operatie is voor de Noord-Koreanen een nachtmerriescenario.
Een extra zwakke plek is de een miljoen koppen tellende krijgsmacht. Dit is tegelijkertijd de ruggengraat van het regime en een van de kwetsbaarste groepen voor het virus. Soldaten verblijven dicht op elkaar gepakt in slecht geïsoleerde barakken met onvoldoende voedsel en medicijnen.
In Zuid-Korea is het aantal besmettingen inmiddels de 6000 gepasseerd en zijn ruim veertig mensen aan het virus overleden. Kim Jong-un wenste donderdag de Zuid-Koreaanse burgers goede gezondheid toe en zei er alle vertrouwen in te hebben dat het land de epidemie zou overwinnen.