Nieuwe twijfels over rol Bush in leger
Niet eerder vrijgegeven documenten doen opnieuw vragen rijzen over de rol van president Bush in de Nationale Garde tijdens zijn dienstjaren van 1968 tot 1973. De documenten werden woensdag gepubliceerd door persbureau Associated Press, CBS News en dagblad The Boston Globe.
Uit de documenten blijkt dat George W. Bush in 1968 aan zijn opleiding bij de Nationale Garde van Texas begon. Bush kreeg een opleiding tot piloot, die hij in 1969 met succes afsloot. In Texas ging alles goed, tot hij in verband met een politieke campagne besloot naar Alabama te verhuizen. Hij diende zich daar bij de Nationale Garde te melden, maar op de desbetreffende basis in Alabama is Bush nooit gesignaleerd.
Dat werd woensdag bevestigd door Bush’ voormalige collega-vlieger Bob Mintz en door vlieginstructeur Leonard Walls, die op dezelfde basis waren gestationeerd. „Wij waren er altijd en wij hebben ene George Bush nooit gezien”, aldus Mintz. Dat klinkt logisch, want Bush mocht in de herfst van 1972 niet meer vliegen omdat hij zich in april, tegen de instructie van zijn meerderen in Texas in, niet meldde voor een medische keuring.
Na zijn verblijf in Alabama trok Bush verder naar Massachusetts, waar hij ging studeren aan de Harvard Business School. Hij beloofde de Nationale Garde dat hij zich in Massachusetts zou melden, maar daarvan bestaat er geen enkele registratie. „Bush heeft zich gedrukt en is zijn verplichtingen tegenover de Nationale Garde na Texas niet nagekomen”, aldus Terry McAuliffe, voorzitter van de Democratische Partij. De Democraten maken bewust een punt van deze oude geschiedenis. „Als de Republikeinen vraagtekens zetten bij de dienst van senator Kerry in Vietnam, dan mogen wij zeker vraagtekens zetten bij het vage dienstverband van Bush bij de Nationale Garde”, aldus McAuliffe. Communicatiedirecteur Dan Bartlett van het Witte Huis zei woensdag dat de president zijn diensttijd bij de Nationale Garde eervol had uitgediend. De vraagtekens die opnieuw bij de dienstjaren van Bush worden gezet, noemde hij „zeer betreurenswaardig.”