Het hof neemt het de twee mariniers, de 20-jarige M. F. en de 20-jarige J. B., zeer kwalijk dat zij de veiligheid van andere militairen in Camp Smitty in gevaar hebben gebracht door in slaap te vallen. Het hof bestrafte de beide mariniers zwaarder dan de rechtbank, die hun een voorwaardelijke militaire detentie van twee weken oplegde en zestig uur werkstraf.

Het hof is, anders dan de rechtbank, van mening dat er geen opzet in het spel is geweest. Volgens het hof zijn de militairen in ernstige mate nalatig geweest en hadden zij als getrainde mariniers maatregelen moeten nemen om wakker te blijven. Het hof is het wel met de rechtbank eens dat het feit niet „in tijd van oorlog” is gepleegd. Dat zou een strafverzwarende omstandigheid zijn geweest. In volkenrechtelijke zin was er geen sprake van een oorlog, aldus het hof.

In hoger beroep had het openbaar ministerie twee maanden voorwaardelijke detentie en 180 uur werkstraf geëist. Volgens het OM zijn de twee mariniers, door in slaap te vallen, niet in staat geweest het te bewaken gebied te controleren, waardoor gevaar voor de veiligheid van de manschappen is ontstaan.

De mariniers menen dat hun geen blaam treft. Zij waren door oververmoeidheid en de extreme hitte in slaap gevallen. De omstandigheden in al-Samawah waren volgens hen heel zwaar. Tenten met airconditioning waren er niet en overdag liepen de temperaturen in de zon soms op tot 70 graden Celsius. Tien mariniers waren met oververmoeidheidsverschijnselen opgenomen in de ziekenboeg. Daardoor moesten de andere manschappen langer wachtlopen bij temperaturen ’s nachts van 35 tot 40 graden.

De twee mariniers werden na hun delict niet tuchtrechtelijk gestraft. Zij hebben hun vier maanden in Irak gewoon uitgediend. Het contract van de twee loopt binnenkort af. Beiden hebben uitzicht op een burgerbaan.