Kleine partij benadeeld bij restzetelverdeling
Maar liefst 26 zetels in Provinciale Staten zouden bij de laatste verkiezingen aan andere partijen zijn toegevallen als er een andere manier van restzetelverdeling zou zijn gebruikt.
Dat blijkt uit onderzoek van Kees Kruijmer, voormalig Statenlid voor de Ouderenpartij NH. Een van de redenen dat de oud-politicus aan het rekenen sloeg, is de verkiezingsuitslag in zijn provincie Noord-Holland bij de Statenverkiezingen van vorig jaar maart, geeft hij aan. De VVD kreeg daar niet één, maar twee restzetels. Dit gebeurde in meer provincies.
Kruijmer stelt dat een tweede restzetel op geen enkele stem berust. Het toekennen van meerdere restzetels is naar zijn oordeel „democratisch gezien ontoelaatbaar”, en „misbruik” bij de restzetelverdeling.
In Nederland is het gangbaar dat restzetels bij verkiezingen worden verdeeld via de zogeheten methode-d’Hondt. Hierbij komt een partij die bijvoorbeeld 6,7 zetels haalt veel eerder in aanmerking voor een zevende zetel dan dat een partij die 1,7 zetels haalt, een tweede zetel krijgt. Dat komt doordat bij er wordt gekeken naar het grootste gemiddelde aantal stemmen per zetel, wat dus in het voordeel van grote partijen is. Zo gebeurde het in Overijssel dat het CDA acht volle zetels en 423 reststemmen haalde en 50PLUS één volle zetel en 6832 reststemmen. 50PLUS kreeg echter geen restzetel, het CDA wel. „Stuitend ondemocratisch”, schrijft Kruijmer in zijn rapport.
Een alternatief voor de methode-d’Hondt is de methode-Hare, waarbij men naar de grootste overschotten kijkt. In dat geval maakt een partij met 1,7 zetels precies evenveel kans op een restzetel als een partij met 6,7 zetels. Deze methode wordt in Nederland alleen gebruikt als er minder dan negentien zetels zijn, wat het geval is in kleine gemeenten. Kruijmer stelt dat die methode „de wil van de burger” volgt en „optimaal democratisch” is. In totaal zouden er bij de provinciale verkiezingen met de methode- Hare ruim 125.000 stemmen meer bij de partij waarop gestemd is terecht zijn gekomen dan bij de methode-d’Hondt, becijfert Kruijmer in zijn rapport.
Bij de Statenverkiezingen waren er in totaal 570 Statenzetels te verdelen. Van die zetels waren er 88 restzetels, aldus het rapport. Bij de overgang van de methode-d’Hondt naar die van Hare zouden daarvan 26 restzetels aan een andere partij zijn toegevallen, zo blijkt uit Kruijmers onderzoek.
Kruijmer wijst erop dat een andere samenstelling van Pro- vinciale Staten als gevolg van een andere manier van restzetelverdeling van invloed kan zijn op de politieke besluitvorming.
Kruijmer heeft in zijn onderzoek niet gewerkt met een kiesdrempel. Op dit moment is het zo dat bij gebruik van de methode van de grootste overschotten (bij kleine gemeenten dus), partijen ten minste 0,75 zetel moeten halen om mee te dingen naar een restzetel. Bij andere verkiezingen is er weer helemaal geen kiesdrempel, zoals bij de verkiezingen voor de provincie en voor de Eerste Kamer. Bij Tweede Kamerverkiezingen en Europese verkiezingen moet echter juist weer ten minste één volle zetel worden behaald.
Kruijmer ging niet na hoe de samenstelling van de Eerste Kamer zou zijn veranderd als er een andere methode van restzetelverdeling zou zijn gebruikt. De rekenexercitie van de oud-politicus toont op provincieniveau echter duidelijk een verschuiving van restzetels van grote naar kleinere partijen aan, zoals te verwachten is met de methode-Hare.
Winnen
Zo zou de SGP er in drie provincies een winnen; de ChristenUnie zou in Noord-Holland een extra zetel behalen. DENK, dat nu niet in de Senaat is vertegenwoordigd, krijgt er dan zelfs vier provinciale zetels bij. Daarmee zou de partij ruimschoots een zetel in de Eerste Kamer halen. Verder zouden verschillende partijen die nu buiten de boot vielen, zoals Code Oranje, Provinciale Belangen Fryslân en de Onafhankelijke Partij Drenthe, met de andere restzetelverdeling wél vertegenwoordigd zijn. Ook zouden in totaal zelfs zeven restzetels overgaan naar ouderenpartijen, waarvan één naar Ouderenpartij NH. Grote partijen daarentegen zouden tot wel zes restzetels inleveren.
Deze verschuivingen zouden van betekenis zijn geweest bij de Eerste Kamerverkiezingen, die kort na de Provinciale Statenverkiezingen werden gehouden. Wat daarbij echter niet helpt, is dat ook voor de Senaatsverkiezingen de restzetelverdeling wordt gebruikt die grote partijen bevoordeelt.