„Geen manco’s in opzet van onderzoek naar doodswens ouderen”
Rammelde het eind januari gepresenteerde onderzoek over voltooid leven? Geen sprake van, stelt dr. E. van Wijngaarden namens het voltallige onderzoeksteam.
Broddelwerk. Zo luidde, even kort door de bocht, de reactie van de Wetenschappelijke Adviescommissie van de NVVE, op Van Wijngaardens onderzoek.
Daarin werd geconcludeerd dat de groep 55-plussers met een zogeheten actieve en persisterende doodswens substantieel kleiner is dan tot nu toe werd aangenomen. Het zou gaan om 0,18 procent van de burgers uit deze leeftijdscategorie. De groep bestaat voor een belangrijk deel uit laagopgeleiden en alleenstaande vrouwen die veel piekeren, eenzaam zijn of bang zijn af te takelen.
Eerdere studies gingen uit van 3 tot 4 procent. Omgerekend scheelt dat al vlug enkele honderdduizenden mensen.
Die geringe omvang kan niet waar zijn, poneerde de adviescommissie van de NVVE, voluit de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde, een van de voorstanders van het legaliseren van stervenshulp. Een week geleden plaatste zij kritische kanttekeningen bij de onderzoeksuitkomsten op socialevraagstukken.nl; een online discussieplatform voor de sociale wetenschap.
Omdat de onderzoeksopzet zou rammelen, zou Van Wijngaarden een belangrijke groep ouderen over het hoofd hebben gezien. De NVVE doelde op ouderen die het materieel gezien aan niets ontbreekt, niet kampen met ernstige gezondheidsklachten en hun leven geheel uit vrije wil wensen te beëindigen.
Uit het zaterdag verschenen weerwoord van Van Wijngaarden blijkt echter dat de onderzoeksopzet wetenschappelijk volledig is te verantwoorden. Zo zijn de deelnemers aan het onderzoekspanel aselect geselecteerd. Daarmee werd voorkomen dat burgerlobbyisten, ook wel beroepsrespondenten genoemd, de enquête konden kapen.
Ook de aantijging dat het begrip voltooid leven door de vraagstelling automatisch werd geassocieerd met eenzaamheid of somberheid blijkt onjuist. Het betrof juist heel open geformuleerde vragen.
Waar het in concept wetgeving vaak gaat over 75-plussers richtte het onderzoek zich op burgers van 55 jaar en ouder. Ook dat is te verantwoorden. Op die manier kon namelijk worden getoetst of doodswensen bij het ouder worden inderdaad steeds vaker voorkomen, zoals in het publieke debat vaak wordt gesuggereerd. De conclusie: dat is niet het geval.