Indisch verleden is niet alleen maar zwart
Fotograaf Thom Hoffman wil in zijn boek ”Een verborgen geschiedenis” volgens de ondertitel „anders kijken naar Nederlands-Indië.” Dat levert een boeiend maar wel eenzijdig beeld van de koloniale geschiedenis op.
Het boek „bevat Nederlands-Indische fotografie uit de schatkamers van 15 toonaangevende Nederlandse musea.” Daarmee wil Hoffman de lezer/kijker meevoeren „door de complexe geschiedenis van de Nederlandse aanwezigheid in de Indische archipel. Van betoverende beelden uit de 19e eeuw tot de grimmige realiteit van de koloniale oorlog tussen 1946 en 1949 en de stem van het zich bevrijdende Indonesië.”
Geen auteur kan volledig objectief zijn, en wie beeldmateriaal selecteert al evenmin. Hoffmans opinie is helder, maar roept ook tegenspraak op. Op een zin als „Met de Japanse invasie hield Nederlands-Indië op te bestaan” valt af te dingen. Dat de geallieerden het scheepvaartverkeer in de Aziatische wateren blokkeerden wordt als reden van de enorme voedselschaarste genoemd, maar kennelijk schoot de productie in de door Japan bezette landen ook ernstig tekort.
Onderbelicht
Over de naoorlogse inzet van de Nederlanders in Indië is Hoffman uitsluitend negatief. Alsof Nederland geen enkele verantwoordelijkheid meer had voor het gebied waarover het tot aan de Japanse bezetting had geregeerd. Na de bevrijding ontstond daar chaos en zaaiden jeugdige bendes dood en verderf. Natuurlijk kan de inzet van allerlei betrokkenen kritisch worden beoordeeld en hadden er vaak andere keuzes gemaakt moeten worden, maar de teneur in dit boek is nogal eenzijdig: Nederland deed het allemaal heel erg fout.
Dat uitgangspunt bepaalt ook de fotoselectie. De goede contacten die er tussen Nederlandse militairen en de Indonesische bevolking in die periode ook zijn geweest, komen niet aan bod. De onvoorstelbare wreedheden waaraan de vrijheidsstrijders zich schuldig maakten, blijven eveneens onderbelicht.
Andere visie
De samensteller is acteur, fotograaf en documentairemaker, bestudeert Nederlands-Indië al meer dan twintig jaar en doceerde over dat onderwerp aan de universiteiten van Delft en Tilburg. Aan TU Delft ontstond het project Beeldbank Nederlands-Indië (BBNI). Met hulp van 25 studenten werd de mogelijkheid onderzocht de tienduizenden foto’s uit de periode dat Nederland in Indië heer en meester was, digitaal toegankelijk te maken. „Die Indische fotoschatten móéten de wereld in, zeker nu er zo veel over Indië gesproken wordt.”
De visie op het koloniale verleden is nogal verschoven, signaleert de auteur. Van romantische Tempo Doeloepublicaties uit het verleden ging het naar een onderzoek als ”De brandende kampongs van generaal Spoor”, over de schaduwzijde van het Nederlandse optreden in het Aziatische eilandenrijk. Lange tijd werd „met zelfvoldaanheid en zelfs weemoed” teruggeblikt, „onze blik kan nu eerlijker worden.” Met het risico door te slaan naar andere eenzijdigheid. Daar bleef dit boek niet vreemd van.
Onderwerping
Het eerste gedeelte beschrijft de periode van ”overmeestering” (1814-1913). Nederlands-Indië was een samenvoeging van een groot aantal naties en volkeren, levend in een bijna 2 miljoen vierkante kilometer groot gebied dat 17.508 eilanden telt. Een Europese minderheid regeerde er over tientallen miljoenen inlanders.
De wijze waarop de kolonie als wingewest werd geëxploiteerd riep in de negentiende eeuw al felle kritiek op, ook onder Nederlanders in Indië zelf. Nederland bracht in het overzeese gebiedsdeel echter ook veel goeds tot stand. Dat krijgt weinig aandacht.
Dageraad
De vestiging van het Nederlandse gezag was nog helemaal niet zo lang voltooid toen ons land Indië weer kwijtraakte, eerst met uitzondering van en later inclusief Nieuw-Guinea. Hoffman dateert de ”dageraad van de onafhankelijkheid” al in 1900, toen de onderwerping van de bevolking nog in volle gang was.
Als grondlegger voor een nieuwe tijd wordt Raden Adjeng Kartini genoemd, dochter van een regent. Ze overleed al op 25-jarige leeftijd, kort na de geboorte van haar eerste kind. Indië kon en moest volgens haar zichzelf zijn, zonder bevoogding door blanke buitenlanders. „Werkelijk”, schreef ze, „wij verwachten niet dat de Europese wereld ons gelukkiger zal maken, de tijd is voorbij dat wij in alle ernst meenden: de Europese maatschappij is het enige ware, het voortreffelijke en het onovertroffelijke.”
”Herbezetting”
De periode waarin Japan Zuidoost-Azië onder de voet liep en de Europese bewindvoerders tot machteloze gevangenen minimaliseerde, vormde een cesuur in de ontwikkeling van het uitgestrekte Indië. Het leidde –volgens de kopjes die de auteur formuleerde– tot omwenteling, koloniale reflex en herbezettingsoorlog.
In Hoffmans visie is het een periode waarvoor Nederland zich uitsluitend te schamen heeft. Een ongenuanceerde benadering helpt echter niet het beeld van het verleden helder te krijgen, laat staan met dat verleden in het reine te komen.
Dit is het slot van een tweeluik over de verhouding met Indonesië, waar het koningspaar van 10 tot 13 maart op staatsbezoek is.
”Een verborgen geschiedenis. Anders kijken naar Nederlands-Indië”, Thom Hoffman; uitg. WBOOKS; 256 blz.; € 29,95, na 1 maart € 34,95