De Europese commissaris Wallström (Milieu) stelde de norm woensdag voor aan haar collega-commissarissen in Brussel. Landbouwcommissaris Fischler steunt het voorstel, zei hij dinsdag voorafgaand aan de vergadering van EU-landbouwministers in de Keukenhof in Lisse.

De andere eurocommissarissen zijn nog verdeeld. Sommigen willen meer gmo’s toelaten, zoals Byrne (Consumentenzaken) en Lamy (Handel). Maar hun groene collega Schreyer (Begroting) eist juist een lagere grens. „Waarschijnlijk zal de Europese Commissie uitkomen op iets tussen de 0,3 tot 0,5 procent in het voorstel aan de Europese landen”, verwacht een woordvoerster van Byrne.

Reden voor het voorstel is dat restjes gentech niet te voorkomen zouden zijn. Door de wind kunnen bijvoorbeeld gmo-zaadjes van aangrenzende akkers overwaaien naar gewone planten. De norm geldt alleen voor gmo’s die in Europa zijn toegelaten, bijvoorbeeld bepaalde soorten maïs.

De milieubeweging is teleurgesteld. Ze vindt de norm een „recept voor een ramp.” Woordvoerder G. Ritsema van de groep Friends of the Earth Europe: „Het restje gentech staat niet op het etiket. Onbewust kunnen boeren dus genetisch gemodificeerde zaadjes verspreiden. Zelfs biologische boeren.”

De consument kan hierdoor niet langer kiezen voor gmo-vrij voedsel, vreest Ritsema. Hij ziet liever dat fabrikanten elke zak testen op resten gentech. Uit onderzoek blijkt volgens hem dat zaaigoed nu nog vrijwel geen gmo bevat.

De landbouwministers van EU-landen spreken zich over enkele maanden uit over de voorgestelde norm. Minister Veerman wacht eerst het besluit af, voordat hij een mening geeft. Als tijdelijk EU-voorzitter moet Nederland voorzichtig zijn met uitgesproken standpunten. De Duitse landbouwminister Künast wil de norm liever op 0,1 procent leggen, heeft ze inmiddels gezegd. De Duitse is lid van de Groenen. „We moeten de gmo-vrije boeren beschermen”, zei ze.