Rechtbank stelt Staat ultimatum over vrouwelijke Syriëganger
Als de Nederlandse Staat niet snel werk maakt van het terughalen van een Nederlandse uitreizigster, zal de rechtszaak tegen haar worden beëindigd. Dat heeft de rechtbank in Rotterdam besloten. Het gaat om een van de tien vrouwen die het Openbaar Ministerie wil vervolgen wegens het uitreizen naar Syrië, en waarvan de rechtbank eerder al oordeelde dat de Staat zich moet inspannen om de vrouwen en hun kinderen hierheen te krijgen en te berechten.
De vrouw, die in een Koerdisch kamp in Noord-Syrië zit, heeft zelf een verzoek ingediend de rechtszaak tegen haar te beëindigen. De rechtbank stelt dat de afgelopen twee jaar nergens uit is gebleken dat de Staat zich heeft ingezet om haar hierheen te krijgen voor haar berechting. Daarmee is het volgens de rechtbank „onredelijk dat de vervolging van de betrokkene nog langer” doorgaat.
Het OM heeft de rechter nog om enige tijd gevraagd, en daarin wordt het tegemoetgekomen. De rechtbank geeft de Staat nog ruim drie maanden de tijd om te laten zien dat stappen zijn gezet. Op 2 juni gaat de zaak verder.
Advocaat Tamara Buruma, die de uitreizigster verdedigt, is tevreden met de beslissing van de rechtbank, zo laat ze weten: „Mijn cliënte wil het liefste terug naar Nederland om hier te worden berecht en haar verhaal te kunnen doen voor de rechter.” Maar als de Staat haar niet wil terughalen, dan wil de uitreizigster „nu liever de zekerheid dat deze rechtszaak eindigt”, aldus de raadsvrouw.
De zaak ligt in politiek Den Haag uiterst gevoelig. Minister Ferd Grapperhaus (Justitie) lichtte de Tweede Kamer woensdag in over de deadline die de rechtbank stelt, maar schrijft alleen dat het kabinet de uitspraak „en de mogelijke gevolgen ervan bestudeert”.
Onder meer VVD en CDA zijn fel tegen het terughalen van de vrouwen. De rechtbank in Den Haag bepaalde eind vorig jaar dat de Staat er alles aan moet doen kinderen van vrouwen die zich bij Islamitische Staat aansloten, terug te halen. Maar ook dát vinden veel partijen problematisch. Ze zijn bang dat daarmee de deur op een kier komt te staan voor de ouders.