Pastor Makoni uit Kameroen dacht een nachtje thuis te kunnen slapen
Terreurbeweging Boko Haram beperkt haar werkterrein al lang niet meer tot Nigeria, waar ze haar bakermat heeft. In het uiterste noorden van Kameroen hebben inwoners met de regelmaat van de klok te maken met aanslagen uit jihadistische hoek.
Boko Haram is uit het land verdreven, verklaarde president Paul Biya van Kameroen in september 2018 tijdens een bezoek aan het noorden van het land. En daarmee was de tijd van de wederopbouw gekomen, zei hij.
Maar de president sloeg de plank lelijk mis. Het klopt dat er in de eerste helft van 2018 geen grote aanslagen in het land waren geweest en dat ook het aantal kleine aanvallen was afgenomen. Boko Haram bleek echter allesbehalve verslagen. De cijfers voor 2019 spreken boekdelen: er vielen volgens cijfers van Amnesty International zeker 275 doden als gevolg van terreur in de regio. De meesten van hen, 225, waren burgers. Ook dit jaar zijn er alweer aanslagen geweest.
„De aanvallen vinden bijna dagelijks plaats”, beklaagde een inwoner van de noordelijke plaats Moskota zich in november tegenover de Franse krant Le Monde. „De militanten van Boko Haram vallen ons aan en steken onze huizen, moskeeën en kerken in brand. Wij begraven onze doden terwijl niemand zich erom bekommert.” Elke avond als de klok richting zes uur wijst, trekt hij met zijn gezin en buren de bergen in om zich daar in de bossen te verstoppen.
Achtergebleven
Het is een voorzorgsmaatregel die zijn gezin zwaar valt, maar noodzakelijk is. Op 6 november 2019 vermoordden jihadisten ’s nachts een plaatsgenoot van hem, predikant David Mokoni. Hij dacht wel een keer thuis te kunnen slapen: er was een minister op bezoek in de regio en daarom zou de beveiliging wel op orde zijn. „Helaas was dat niet het geval”, vertelde zijn zoon, Ptak Malachie Mokoni, tegenover Le Monde. „Hij is koelbloedig vermoord.”
Nog een andere dorpeling kwam die nacht om; een honderdtal woningen ging in rook op. Vijf dagen daarvoor waren de jihadisten ook al langs geweest in Moskota. Ze stalen honderd runderen, vermoordden een boer en plunderden het medisch centrum.
Er zijn in het uiterste noorden van Kameroen veel dorpen waar inwoners dergelijke verhalen kunnen vertellen. Alle bevolkingsgroepen lijden onder de terreur: de moslims net zo goed als de christenen. Maar de laatsten lopen niet het minst gevaar. Kerken vormen een geliefd doelwit van plundering. Amnesty meldt in een rapport over jihadistisch geweld in Kameroen in 2019 bovendien gedwongen bekeringen tot de islam.
Het rapport vertelt onder meer het relaas van een vrouw (36) en een meisje (17) uit de regio Tourou, waar veel overwegend christelijke dorpen liggen. Jihadisten ontvoerden het tweetal op 3 juli, bonden hun handen vast en dwongen hen de hele dag en een deel van de nacht te lopen, zonder voedsel of water. Ze bereikten uiteindelijk de voet van een berg, waar zich veel Boko Haramstrijders ophielden, en kregen daar de volgende keus voorgelegd: bekering tot de islam of de dood. De militanten zeiden dat hun dorpen in vrede zouden leven als alle inwoners voor de islam zouden kiezen.
De reactie van de vrouwen meldt het rapport niet, wel dat ze in de dagen erop les kregen in de basisprincipes van de islam en leerden rituele wassingen te doen. De strijders hielden hen intussen vast in kamers, die ze niet mochten verlaten. Op 15 juli wist het tweetal uiteindelijk te ontsnappen.
Bijbelvertalers
Het uiterste noorden van Kamoeren is niet het enige gebied waar christenen gevaar lopen. In andere delen zijn er bijvoorbeeld aanvallen van Fulaniherders bekend. In oktober staken Fulani in Wum, in het Engelstalige westen van het land, met machettes een Bijbelvertaler dood: Benjamin Tem. In augustus ging een andere Bijbelvertaler hem voor, eveneens in Wum: Angus Abraham Fung. Bij die aanval kwamen nog zes mensen om.
De algehele veiligheidssituatie in de Engelstalige regio’s is slecht. In Kameroen speelt een hoogoplopende crisis tussen de twee Engelstalige provincies, Noordwest en Zuidwest, en de Franstalige regio’s. Veel Engelstaligen voelen zich achtergesteld en pleiten voor onafhankelijkheid of ten minste meer bevoegdheden. Bendes hebben de wapens opgepakt en maken de gebieden onveilig. Kerkleiders die pleiten voor matiging en dialoog moeten rekening houden met ontvoeringen en repressailles.
Zondag vonden er in Kameroen parlements- en lokale verkiezingen plaats, die de separatisten boycotten. De stembusgang leidde in de Engelstalige regio’s tot veel extra geweld.
Boko Haram al jaren aanwezig in Kameroen
De eerste signalen van de aanwezigheid van Boko Haramleden in Kameroen dateren al van 2009. In juli van dat jaar brachten de Nigeriaanse veiligheidsdiensten de beweging een enorme dreun toe, waarbij 800 leden omkwamen. Onder hen was oprichter Mohamed Yusuf. Na deze operatie namen meerdere leden de benen om een veilig onderkomen te zoeken in het uiterste noorden van buurland Kameroen.
Tussen 2011 en 2013 begonnen militanten van Boko Haram in Kameroen leden te recruteren en hun ideologie actief te verspreiden. Ze infiltreerden bovendien in bestaande smokkel- en drugsnetwerken. Vanaf 2013 leidde de aanwezigheid van de terreurbeweging tot ontvoeringen van buitenlanders in Kameroen, terwijl een jaar later de eerste aanslagen plaatsvonden.