RMU-brief aan 134 gemeenten
De reformatorische vakorganisatie RMU zal 134 gemeentebesturen een brief sturen met het verzoek ruimte te creëren voor gewetensbezwaarde trouwambtenaren.
Directe aanleiding voor de brief is de beslissing van de Commissie Gelijke Behandeling dat trouwambtenaren niet verplicht mogen worden homohuwelijken te voltrekken. Gemeenten die deze ambtenaren wilden weren, zijn door de commissie in het ongelijk gesteld.
Uit onderzoek van de RMU bleek eerder dit jaar dat 134 gemeentebesturen als beleid hebben dat voor trouwambtenaren met bezwaren tegen het homohuwelijk geen plaats is. Volgens RMU-directeur P. Schalk moeten zij dat beleid nu aanpassen. „We zullen ze daartoe vriendelijk doch dringend aansporen.”
Schalk wijst erop dat de uitspraak van de commissie niet alleen van toepassing is op zittende trouwambtenaren maar ook op toekomstige. „Gemeenten mogen niet als eis stellen dat een trouwambtenaar bereid moet zijn homohuwelijken te voltrekken.”
Voorzitter H. Beerten van het COC zegt zeer teleurgesteld te zijn over het oordeel van de commissie. De commissie besliste niet alleen dat de gemeenten Leeuwarden en Hattem in strijd hebben gehandeld met de wet, maar verklaarde ook een klacht van het COC Zwolle tegen de gemeente Nunspeet niet-ontvankelijk.
Nunspeet heeft in een regeling vastgelegd dat gewetensbezwaarde trouwambtenaren niet verplicht zijn een homohuwelijk te sluiten. De Commissie Gelijke Behandeling zegt niet bevoegd te zijn hierover een oordeel te geven. Het COC dringt er bij de regering op aan deze regeling te vernietigen.
Volgens Beerten betekent de uitspraak inzake Leeuwarden en Hattem dat het beroep op het geweten zwaarder weegt dan het verbod op discriminatie. „De overheid heeft in onze visie helemaal geen boodschap aan de particuliere opvattingen van ambtenaren. Iemand die gewetensproblemen heeft met het sluiten van homohuwelijken moet geen trouwambtenaar worden.”
Volgens Beerten heeft de commissie de deur opengezet voor vrijstellingen op grond van allerlei gewetensbezwaren. „Stel dat een ambtenaar op grond van zijn godsdienstige overtuiging problemen heeft met het sluiten van een huwelijk van iemand die voor de tweede keer trouwt, dan moet dat volgens de commissie ook worden gehonoreerd. Het hek is van de dam. Er is nu zo veel onduidelijkheid ontstaan, dat de landelijke politiek hierover een uitspraak moet doen.”
Mr. drs. S. O. Voogt is het volledig met het COC oneens. Hij is raadsman van Nynke Eringa, de Leeuwardense trouwambtenaar die volgens de Commissie Gelijke Behandeling ten onrechte naar huis werd gestuurd.
Voogt noemt het onzin dat er nu onduidelijkheid is ontstaan. „Ieder serieus beroep op gewetensbezwaren kan door gemeentebesturen worden gehonoreerd zolang de praktische situatie werkbaar blijft. De Commissie Gelijke Behandeling heeft dat laatste heel duidelijk meegewogen.”
De commissie overwoog dat van de acht trouwambtenaren in Leeuwarden er maar één geen homohuwelijken wilde sluiten. Daardoor blijft de uitvoering van de wet gewaarborgd.
Voogt deelt de vrees van het COC niet dat trouwambtenaren nu te pas en te onpas een beroep zullen doen op gewetensbezwaren. „Ik weet niet waar de organisatie dat op baseert, maar ik ken geen ontwikkeling die daarop wijst. Er is volgens mij geen enkele noodzaak voor een landelijke regeling. De wet is duidelijk en de commissie heeft een heldere uitspraak gedaan. Ik zou niet weten welke problemen nu zouden kunnen ontstaan.”
Hij zegt met vertrouwen de uitspraak tegemoet te zien van de bezwaarschriftencommissie van de gemeente Leeuwarden. Die zal maandag uitspraak doen over het bezwaarschrift van Nynke Eringa. Ze heeft deze procedure in gang gezet omdat ze bij een afwijzing de rechter kan inschakelen.
De rechter is niet gebonden aan het oordeel van de Commissie Gelijke Behandeling, maar laat dat wel zwaar meewegen. Voogt kent maar één voorbeeld waarin de rechter van de uitspraak van de commissie afweek. Dat was in de zaak van de vrouwelijke griffier die van de commissie een hoofddoekje mocht dragen. De rechter stelde haar echter in het ongelijk.