RD-onderzoek: Orgel meest bespeelde instrument in refokring
In reformatorische kring is het orgel veruit het meest bespeelde instrument. Onder de jonge generatie winnen andere instrumenten, zoals de piano, echter aan populariteit.
Dat blijkt uit onderzoek dat de muziekredactie van het Reformatorisch Dagblad afgelopen najaar online uitvoerde. De enquête werd door meer dan duizend respondenten ingevuld. Het betrof een onderzoek naar de plaats die muziek en zang in reformatorische huishoudens innemen. Per huishouden vulde één persoon de vragenlijst in, waarbij ook gevraagd werd naar gegevens over de –eventuele– andere huisgenoten.
Uit de resultaten komt naar voren dat in bijna negen op de tien huishoudens die aan het onderzoek meededen één of meer instrumenten aanwezig zijn; in driekwart van de gevallen worden ze ook daadwerkelijk –minstens één keer per maand– bespeeld. Het gaat om een breed scala aan instrumenten, variërend van orgel en keyboard tot (elektrische) gitaar en drumstel. Het vaakst worden blokfluit en orgel genoemd: de blokfluit komt in 51 procent van de huishoudens voor, in 49 procent van de huizen staat een orgel. Andere instrumenten die veel voorkomen zijn de dwarsfluit (27 procent), de piano (26 procent) en de gitaar (21 procent).
Onder degenen in de huishoudens die een instrument bespelen –bijna 3000 personen– neemt het orgel de grootste plaats in: 30 procent bespeelt dit instrument. Het tweede en derde instrument qua populariteit zijn de piano en de blokfluit (beide 15 procent).
Uitgesplitst naar geslacht, valt het verschil in voorkeur tussen musicerende vrouwen en mannen op. Bij vrouwen voert de blokfluit de lijst aan: bijna een kwart van hen bespeelt dit instrument. Op plaats twee en drie staan het orgel (17 procent) en de dwarsfluit (15 procent). Bij de mannen daarentegen staat met stip het orgel bovenaan: bijna de helft bespeelt dit instrument. Op afstand volgen de piano (19 procent) en het keyboard (5 procent).
Zingen
In bijna de helft van de huishoudens (46 procent) die reageerden wordt met enige regelmaat samen gezongen; ruim een kwart van de respondenten geeft aan dat dat af en toe gebeurt.
Bij het zingen nemen de psalmen een grote plaats in. In 86 procent van de huizen waar gezongen wordt, klinken de psalmen in de berijming van 1773; 9 procent zingt uit de berijming van Datheen.
Andere bundels die vaak gebruikt worden, zijn de zangbundel van Johannes de Heer (bijna een kwart), de zogenoemde ”gele zangbundel” (20 procent), de bundel ”Op Toonhoogte” van de HGJB (19 procent) en de JBGG-bundel ”Tot Zijn eer” (14 procent). De liederen van de band Sela klinken in 13 procent van de huishoudens waar gezongen wordt.
Gevraagd naar de mate van tevredenheid over het muzikale klimaat in hun huishouden, geven bijna vier op de vijf respondenten een positief antwoord. Slechts 9 procent geeft aan ontevreden te zijn over de plek die muziek in zijn of haar huishouden inneemt. Ruim een kwart zou het op prijs stellen als er vanuit de kerkelijke gemeente op dit punt toerusting zou worden gegeven.
Naar aanleiding van de enquête start de RD-muziekredactie deze vrijdag met een serie artikelen over het thema ”Muziek in huis”.