„Laat militairen langer in Kabul”
De Nederlandse regering moet zich sterk maken voor verlenging van de aanwezigheid van de internationale veiligheidsmacht ISAF in Afghanistan. Daarbij past de bereidheid om ook de Nederlandse militairen er langer te laten blijven. Dat zegt ChristenUnie-kamerlid Van Middelkoop, nadat hij deze week met een kleine delegatie uit de Tweede Kamer in Kabul was.
Samen met zijn collega’s Valk (PvdA), Van den Doel (VVD), Van Ardenne (CDA) en Herrebrugh (PvdA) -allen lid van de vaste kamercommissie voor defensie- vloog Van Middelkoop afgelopen woensdag naar het Oezbeekse Tasjkent. Daarvandaan vertrok de delegatie donderdagochtend naar de Afghaanse Kabul, waar ze de dag verder doorbracht. De kamerleden spraken ondermeer met Nederlandse ISAF-militairen.
Wat opviel was dat die „zeer gemotiveerd” bleken, aldus Van Middelkoop, die gistermiddag weer op Nederlandse bodem landde. „Ze straalden de vaste overtuiging uit dat ze nuttig en noodzakelijk werk verrichten. Je ziet ook overal hoe nodig de ISAF-militairen zijn. Afghanistan heeft nauwelijks politie en geen nationale krijgsmacht. Wat dat betreft heeft het land nu eerst een merkwaardige vorm van ontwikkelingshulp nodig.”
Naast motivatie beluisterden Van Middelkoop en de overige kamerleden echter ook een gevoel van frustratie. Dat was bij de commando’s, die samen met militairen van de Luchtmobiele Brigade de hoofdmoot van de Nederlandse eenheid uitmaken. Ze zijn de enige commando’s in Afghanistan die niet meedraaien in de operatie-Anaconda, die ten doel heeft de laatste eenheden van het terroristennetwerk al-Qaida uit de grotten te verdrijven.
De operatie, die zo’n 100 kilometer ten noorden van Kabul wordt uitgevoerd door voornamelijk Amerikaanse militairen, wordt ondersteund door commando-eenheden uit Canada, Noorwegen en Denemarken. „Ik vind het een gemiste kans dat de Nederlandse commando’s niet meedoen, terwijl ze zelf graag willen”, aldus Van Middelkoop. „Ze zijn ervoor opgeleid, geven ze zelf aan. Ze hebben er zelfs met de Noren en de Denen voor getraind.”
„Binnenslijns” heeft Van Middelkoop begrepen dat vooral premier Kok zich tegen Nederlandse deelname aan de operatie-Anaconda zou hebben verzet. „Dat vind ik jammer. De Amerikanen doen zulke dingen te graag alleen en dat is niet goed. Ze moeten niet al te geïsoleerd optreden, zeker niet van de NAVO-bondgenoten. Wat dat betreft zou ik graag zien dat Nederland hetzelfde deed als de Canadezen, de Noren en de Denen.”
Trekkend door Kabul rees bij Van Middelkoop de overtuiging dat het niet goed zou zijn wanneer de internationale troepen in juni, wanneer het mandaat van de Verenigde Naties afloopt, daadwerkelijk uit Afghanistan zouden vertrekken. „Volgens mij is dat onverantwoord. De interim-regering heeft nog maar net een eerste begin kunnen maken. Overal lopen nog krijgsheren rond en liggen nog wapens. Bovendien is Kabul totaal verwoest. Als je daar loopt, waan je je in een foto van Rotterdam uit 1940.”
Een gesprek met de Hongaarse oud-minister Brahimi, tegenwoordig speciaal VN-rapporteur voor Afghanistan, sterkte Van Middelkoop in die overtuiging. Brahimi had het al over verlenging van het mandaat, waartoe de Veiligheidsraad van de VN volgens hem zou moeten besluiten. „De internationale gemeenschap heeft A gezegd, en moet nu ook B zeggen”, stelt Van Middelkoop, die vindt dat de Nederlandse regering zich daarvoor in internationaal verband sterk zou moeten maken.
Daarbij zou het kabinet ook moeten nagaan of Nederland niet langer present zou kunnen blijven in Afghanistan. Van Middelkoop: „Als je pleit voor verlenging van het mandaat, bijvoorbeeld tot de verkiezingen in 2004, dan is het natuurlijk wel zo geloofwaardig als je daar zelf ook aan wilt meewerken. Natuurlijk zijn er voorbehouden, maar de intentie moet wat mij betreft aanwezig zijn.”
Tot zijn genoegen merkte Van Middelkoop in Afghanistan dat de Verenigde Staten doorgaan met het aanvoeren van duizenden militairen. „Die komen in de eerste plaats om Afghanen te trainen voor de eigen krijgsmacht. Maar ik krijg ook de indruk dat ze zich een machtsbasis in de regio aan het verwerven zijn. Dat zou een historische ontwikkeling zijn, die ik zeker toejuich.”
Volgens Van Middelkoop kan een Amerikaanse machtsbasis in Afghanistan een afschrikwekkende werking hebben in de richting van „bedreigende landen” als Iran en Irak. „Dat is in ieder geval voor de veiligheid van Israël een veilig idee, maar ook voor de stabiliteit in de hele wereld.”