Gg Leiderdorp: „Echte gereformeerde gemeente” in de stad
Al ver voor 1907 verenigden in Leiden ledeboerianen en kruisgezinden zich. De geschiedenis van de stadsgemeente gaat echter nog verder terug, beschrijft ir. M. Houtman. Nu hebben de kleine luyden van weleer plaats gemaakt voor studenten.
Agendapunt tijdens een kerkenraadsvergadering van de Leidse gereformeerde gemeente in 1981: de locatie van de jaarlijkse verkoopavond van de vrouwenvereniging. Terwijl de vrouwen de voorkeur geven aan „het vergaderlokaal”, wil de kerkenraad vasthouden aan de school. De vrouwenvereniging vergadert diezelfde avond, zodat het advies direct aan de presidente wordt meegedeeld. Dat levert de kerkenraad nog diezelfde avond bezoek op, melden de notulen.
„Een delegatie van vier leden van de vereniging komt verslag uitbrengen. Reeds hun wijze van binnenkomen doet vermoeden dat het voorstel van de kerkeraad niet in goede aarde is gevallen. In niet mis te verstane bewoordingen geven de dames hun mening over het advies en de grote bezwaren daartegen. Aangezien al spoedig blijkt dat tegen een dergelijke overmacht ook verstandige argumenten niet zullen baten, wordt besloten alles maar aan de vrouwenvereniging zelf over te laten. Zichtbaar tevreden met dit resultaat verlaten de dames daarop de vergadering.”
Het is een van de vele anekdotes in het lijvige boek dat Houtman (77) schreef over de geschiedenis van de gereformeerde gemeente te Leiden, later Leiderdorp: ”Gereformeerden aan de Nieuwe Rijn” (uitg. De Banier, 409 blz.). In december ontving de Leidse burgemeester Henri Lenferink het eerste exemplaar uit handen van Houtman.
Het boek moest „historisch verantwoord” zijn, maar tegelijk „zo smeuïg en eenvoudig dat iedereen in de gemeente het wil lezen”, aldus de auteur. Houtman groeide op in Leiden en diende de gemeente jarenlang als ouderling. Hij dook de bronnen in om „voor de huidige én toekomstige generatie de wortels van de gemeente vast te leggen.”
De eerste vraag bij het schrijven was direct een van de moeilijkste: waar te beginnen? „Het is natuurlijk niet zo dat er plotseling, vanuit het niets, een gereformeerde gemeente in Leiden was. Onze voorouders begonnen in hun beleving geen nieuwe kerk, maar zagen zich als voortzetting van de oude gereformeerde kerk. Uit respect voor dat perspectief ben ik mijn boek begonnen in de middeleeuwen.”
Een van de meest verrassende ontdekkingen noemt Houtman het belang van de Moderne Devotie in Leiden. „Daarmee komt de geschiedenis opeens veel dichterbij: er is geen duister rooms verleden, maar je treft dingen aan die heel dicht bij de gereformeerde geloofsbeleving staan.”
::
Ergens medio 1870 verenigen de ledeboeriaanse en kruisgezinde groeperingen in Leiden zich. „De gemeente kenmerkte zich door prediking in de lijn van de Nadere Reformatie, verbondenheid aan het gezelschapsleven en een strikte levensstijl.”
De aansluiting in 1907 bij de Gereformeerde Gemeenten verliep niet zonder slag of stoot, beschrijft Houtman. „Het was voor de vrije gemeente best even wennen om tot een kerkverband te gaan behoren.”
Toch heeft de gemeente zich in de loop van de vorige eeuw ontwikkeld tot een „echte gereformeerde gemeente”, typeert Houtman. „Het is nu een open stadsgemeente. De kleine luyden hebben langzaamaan plaatsgemaakt voor mensen die zich van buiten vestigden, veelal studenten.”
Hoewel hij er zelf al zeker dertig jaar weg is, voelt hij zich nog altijd „helemaal met de gemeente vergroeid. Tot op de dag van vandaag bezoek ik een Bijbelkring die ruim dertig jaar geleden vanuit de gemeente ontstond. Mijn wortels liggen nog altijd daar; het voelt als thuiskomen.”
Een leven lang studeren
De laatste predikant die de gemeente dient, van 1969 tot 1999, is ds. R. Boogaard. Met hem ontvangt de gemeente een predikant die „zijn leven lang blijft studeren.” Typerend in dit opzicht is de „wending in zijn preken” ten opzichte van Israël. Houtman beschrijft hoe de predikant Romeinen 10 en 11 „na uitgebreide exegetische studie” bepreekt in zijn gemeente. „Het accent komt te liggen op de toekomst van Israël en de vele nog onvervulde beloften. (…) Als na de dienst waarin hij deze preek houdt, een van de ouderlingen hem erop attendeert dat dit toch andere geluiden zijn dan in het verleden gehoord werden, geeft hij dat toe, en legt hij uit dat hij niet anders kon dan de boodschap van dit Bijbelgedeelte zó door te geven.”