Binnenland

Verder kijken in een donkere straat

Het wordt donkerder in Nederland omdat tientallen gemeenten kritisch kijken naar hun straatverlichting. In Montferland hebben raadsleden tijdens een bustocht door de gemeente ervaren dat donker soms veiliger is.

Petra Noordhuis, ND
4 February 2020 17:17Gewijzigd op 16 November 2020 18:09
Een straat in Berkel-Enschot waar de ledstraatverlichting feller brandt als fietsers of voetgangers voorbij komen. Bij de overstap naar ledverlichting onderzoeken gemeenten meestal of de straatverlichting vaker uit kan of op sommige plekken zelfs helemaal
Een straat in Berkel-Enschot waar de ledstraatverlichting feller brandt als fietsers of voetgangers voorbij komen. Bij de overstap naar ledverlichting onderzoeken gemeenten meestal of de straatverlichting vaker uit kan of op sommige plekken zelfs helemaal

In de gemeente Montferland gaat vanaf de zomer ’s avonds en ’s nachts vaker de straatverlichting uit. Dit heeft voordelen: de gemeente bespaart energie en geld, de sterrenhemel is beter te zien en insecten, vogels en zoogdieren die ’s nachts actief zijn worden minder verstoord.

„Soms is het weghalen van verlichting nog veiliger ook, maar dat is moeilijk uit te leggen”, zegt verantwoordelijk wethouder Oscar van Leeuwen. Hij reed met een extern adviseur en een groep raadsleden met de bus door de gemeente om de verschillende soorten straatverlichting te ervaren. „We reden bijvoorbeeld langs plekken waar heel veel verlichting is. Sommige straten zijn bijna landingsbanen.”

Gek genoeg kun je in een donkere straat verder kijken, zegt Van Leeuwen. „Probeer het maar eens. Als je ergens rijdt waar veel straatlantaarns staan, kijk je tot het eerste lichtpunt. Daarachter is het een donker gat. Als het donker is, zie je de lampen van een tegenligger eerder dan wanneer een weg verlicht is. Ook auto’s die van links of rechts komen zie je in het donker eerder. Dat is bijzonder om mee te maken. De raadsleden stapten kritisch in de bus, maar toen ze uitstapten vonden ze dat de verlichting wel wat minder kon.”

Als de straten donkerder worden, zullen de weggebruikers zichzelf beter moeten verlichten, beseft Van Leeuwen. Hij heeft het idee dat dit al gebeurt. „Ik zie meer mensen met licht op de fiets rijden dan vroeger. Auto’s hebben tegenwoordig niet meer alleen ’s avonds, maar ook overdag de lichten aan. Je ziet steeds vaker wandelaars met een reflecterende band om hun arm en een zaklamp. Zelfs honden dragen vaker een lichtje of een lichtgevende halsband.”

Dat het wel wat donkerder mag, is een lastige boodschap om te verkondigen, vindt hij. Veel mensen voelen zich onveiliger in een donkere straat. „Dat is zeker het geval bij een fietspad langs een park of een bos. Toch maakt straatverlichting zo’n pad niet veiliger. Kom je in je eentje op een verlaten weggetje iemand tegen met kwade bedoelingen, dan heb je op een verlicht pad net zo goed een probleem.”

De gemeente Montferland is van plan om de inwoners ook te laten ervaren dat in het donker rijden soms veiliger is. „We zijn nog aan het bedenken hoe we dat gaan doen. Misschien maken we proefopstellingen. Of we gaan ook met hen met een bus rond.”

Oerwaarden

Sinds enkele jaren wordt het in de meeste Nederlandse steden weer langzaam donkerder. Dat bleek in 2018 uit onderzoek van de Nacht van de Nacht naar satellietbeelden van de 54 grootste steden die tussen 2012 en 2018 waren gemaakt. De Nacht van de Nacht is een campagne van de Nederlandse provinciale natuur- en milieufederaties. Zij stimuleren gemeenten en bedrijven om het donker weer meer te waarderen.

„Vanaf het moment dat er elektrisch licht is, kwam er steeds meer verlichting bij in Nederland”, schetst projectleider Mattheus Bleijenberg. „Het was een teken van welvaart om straten en gebouwen mooi te verlichten.” Inmiddels zijn stilte, rust en donkerte in Nederland moeilijk te vinden en juist daarom worden deze „oerwaarden” volgens Bleijenberg weer meer gewaardeerd. „Mensen trekken naar de Veluwe en het Waddengebied omdat je daar de sterren nog mooi kunt fotograferen.”

Uit onderzoek is intussen duidelijk geworden dat te veel licht nadelen heeft, zegt hij. „Nachtdieren worden erdoor verstoord. Het is ook niet goed voor de biologische klok van mensen.”

De Nacht van de Nacht noemt op zijn website zo’n vijftig gemeenten die hun straatverlichting aan het verduurzamen zijn. Bleijenberg vindt dat bijvoorbeeld de gemeente Veere inspirerend bezig is. „De gemeente heeft een flyer met tips gemaakt voor campings en vakantieparken over hoe je die kunt verlichten zonder het donkere landschap van Veere te verstoren.”

Dat gemeenten er de laatste jaren oren naar hebben om donkerder te worden, komt ook doordat ze langzamerhand overstappen op led-verlichting, denkt Bleijenberg. Door straatlantaarns van ledlampen te voorzien, kunnen gemeenten veel geld en energie besparen. Led-verlichting is duurder in aanschaf, maar heeft verder vooral voordelen ten opzichte van de hogedruknatriumlampen die nu doorgaans in lantaarnpalen worden gebruikt. Zo zijn ledlampen op termijn goedkoper, doordat ze minder energie verbruiken en langer meegaan. Een ander voordeel van ledlampen is dat je ze feller kunt laten branden als er veel verkeer is en kunt dimmen als het rustig is op straat.

ProRail maakt gebruik van deze nieuwe techniek, vertelt Bleijenberg. „Op stations in de buitengebieden stonden voorheen de hele nacht lichten aan. ProRail is nu bezig om daar wat aan te doen. Als er niemand is, gaat de verlichting uit. Als mensen op het perron komen, gaan ze langzaam aan. Hoe meer mensen, hoe feller het licht.”

Lichtreclame

Gemeenten en ProRail zijn dus aan het dimmen. Bij bedrijven ziet de Nacht van de Nacht het tegenovergestelde gebeuren, zij kiezen juist vaker voor meer verlichting. „Elektriciteit wordt door ledverlichting zo goedkoop dat bedrijven de verlichting of de lichtreclame de hele nacht laten branden.”

De natuur- en milieufederaties dringen er bij bedrijven op aan om „subtiel” te verlichten. „Het is schreeuwerig om ’s nachts zoveel licht te moeten maken. Dat kan antireclame zijn”, stelt Bleijenberg. Interbest, de grootste speler in Nederland op het gebied van snelwegreclame, is door de Nacht van de Nacht ervan overtuigd ’s nachts minder lichtreclame te maken, vertelt de projectleider trots. „Ze hebben berekend wat er gebeurde als ze van twee tot vijf uur ’s nachts hun snelwegreclame uit zouden zetten. Ze misten maar 2 procent van hun doelgroep. Ze hebben besloten ze elke nacht uit te zetten.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer