Buitenland

Britse vissersplaats klaar met regels EU

In de Britse kuststad Harwich spreekt men in verleden tijd. Harwich wás een belangrijke stad. Het hád een bruisend centrum. Brexiteers hopen na de brexit eindelijk weer in tegenwoordige tijd te kunnen spreken.

Lieke Pippel
30 January 2020 16:07Gewijzigd op 16 November 2020 18:06
De Engelse kustplaats Harwich. beeld ANP, Lex van Lieshout
De Engelse kustplaats Harwich. beeld ANP, Lex van Lieshout

Uitgestorven straten. Dichtgetimmerde winkeletalages. Vervallen huizen. Alles in het stadje wijst op een rijk verleden maar armoedig heden. Eeuwenlang leefden de inwoners van de visserij, maar die tijden zijn voorbij. „Nu zijn er nog maar zo’n acht tot tien vissers die daarvan kunnen rondkomen”, zegt Sue Daish woensdagmiddag.

Daish kent Harwich op haar duimpje. Ze woont al tientallen jaren in het stadje en heeft 41 jaar bij de grenscontrole op de haven gewerkt. „Vanwege de vele Nederlanders die hier van de veerboot af komen of aanmeren, kan ik vloeiend „tot ziens” zeggen”, vertelt ze lachend.

Nu is ze havenmeester bij de Harwich Haven Authority (HHA), een organisatie die toezicht houdt op de activiteiten in de haven. Bovendien is ze actief als vrijwilligster bij The Harwich Society, waar ze onbekenden laat kennismaken met de rijke geschiedenis van Harwich door middel van informatieve stadswandelingen.

Tijdens de rondleiding onder een strakke blauwe lucht vertelt ze hoe ze het te doen heeft met de paar vissers die er nog in de kustplaats zijn. „EU-wetgeving heeft hun bestaan vrijwel onmogelijk gemaakt. Ze moesten zich opeens aan quota gaan houden, de rest van de vangst deed er niet meer toe. Ik ken meerdere vissers die op een gegeven moment wanhopig waren omdat ze wisten dat ze ten onder gingen. Een vriend van mij heeft in radeloosheid zijn schip in brand gestoken op het strand.”

Onderzoek

Een vertrek uit de Europese Unie, en daardoor uiteindelijk ook van EU-wetgeving, is waar de vissers op hoopten. Toch denkt Daish dat het na de brexit niet veel beter zal worden voor de vissers. Vanwege haar werk bij de HHA heeft ze onderzoek gedaan naar de toekomstige situatie. „Daaruit blijkt dat de Britse overheid geen idee heeft hoe ze haar wateren moet gaan beschermen tegen buitenlandse schepen. Toen ik vroeg wat ik moet doen als bijvoorbeeld een schip uit Nederland hier aanmeert, zeiden ze dat ik sowieso de aankomende twee jaar gewoon moet doen wat ik altijd al hier deed.”

Ook Garry Calver, gemeenteraadslid van Harwich voor Labour, is van mening dat de vissers niet de uitkomst gaan krijgen waar ze op hoopten. „Ja, misschien krijgen ze hun territorium terug, maar waar gaan ze hun vis verkopen? De meeste vis die ze nu vangen, verkopen ze op het Europese vasteland. Als ze meer vis gaan vangen, maar die niet kunnen verkopen, dan schiet het alsnog allemaal niets op.”

De blinde Calver is al 25 jaar actief in The Guildhall – het gemeentehuis. De avond ervoor, op dinsdag, was er een bijeenkomst van de gemeenteraad. De brexit werd daarin niet besproken. „Niet meer relevant”, legt Calver uit. „Het is wat het is, daar gaat niets meer aan veranderen.” Binnen de raad is er ook geen wrijving tussen voor- of tegenstanders van de brexit. „Alles gebeurt hier op basis van consensus. We proberen zoveel mogelijk te kunnen betekenen voor de gemeenschap.”

Eén van de grootste projecten voor de inwoners is de restauratie van de oude bioscoop, waar ook bruiloften, feestjes en bijeenkomsten worden gehouden. Het historische pand dateert uit 1911. De voornaamste initiatiefnemer van de restoratie is Chris Strachan. Hij is sinds 2007 de ”high steward” van Harwich – nu een ceremoniële rol, maar vroeger was deze rentmeester de ogen en oren van het koningshuis.

Tempo

Terwijl hij onder de steigers doorloopt, vertelt Strachan hoe het gebouw tot stand is gekomen. „Film werd steeds populairder in het begin van de 20e eeuw. Daarom moest hier zo snel mogelijk iets uit de grond worden gestampt. In rap tempo, in achttien weken, is dit gebouwd. De uiteindelijke kosten waren 1500 pond.”

Tijdens de Eerste Wereldoorlog speelde het gebouw een belangrijke rol toen Harwich een militaire uitvalbasis was. „Het was een enorme drukte hier”, schetst de Strachan de situatie. „Het was zelfs zo druk dat ze een balustrade wilden bouwen, maar omdat het gebouw dan een aantal dagen dicht moest, werd dat niet gedaan. De kosten zouden dan te hoog worden.”

Ook de kerk iets verderop was tijdens de oorlog belangrijk, vertelt Sue Daish. „Voordat de soldaten vertrokken, moesten ze eerst naar de kerk om te bidden voor hun zielen.” Nu wordt de kerk nog maar slecht bezocht.

De restauratie van de historische bioscoop moet in mei af zijn. Precies op tijd, net voordat de duizenden Amerikaanse toeristen worden verwacht deze zomer. Het jaar 2020 is namelijk hét jaar voor Harwich: het is 400 jaar geleden dat de Mayflower, onder leiding van de uit Harwich afkomstige kapitein Christopher Jones, naar Amerika voer als één van de eerste Britse kolonisten.

Voor de Engelse vissersplaats vallen twee feestelijke gebeurtenissen samen in één jaar: het einde van alle beperkende maatregelen vanuit de Europese Unie en de viering van de relatie met de Verenigde Staten. Toch moeten de Britten realiseren dat die relatie nu niet meer hetzelfde is als die van eeuwen geleden, merkt Daish op. „Voor velen hier zijn de Amerikanen de nieuwe bondgenoten. Toch is er een groot gevaar dat ze ons als voetveeg kunnen gebruiken. We zijn niet meer de onbetwiste grootmacht die we ooit waren.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer