Kerk & religie

Hij alle eer

Jesaja 29:18b

J. C. Philpot
30 January 2020 07:49Gewijzigd op 16 November 2020 18:06

„En de ogen der blinden, zijnde uit de donkerheid en uit de duisternis, zullen zien.”

Ik zou ook geen geestelijke ogenzalf begeren tot opening van mijn ogen, om de bedekking te voelen wegnemen, als ik mij niet vaak blind voelde. Indien ik nooit in de duisternis wandelde, als ik kon zien wat en wanneer het mij goed dacht, wat deel kon ik, of wat deel zou ik wensen te hebben in een belofte als deze! Is zij niet meer waard dán, als wij doof zijn en deel hebben aan zo’n belofte? Is het geen grote waarde, in jaren geen woord gehoord te hebben, als God dan ten laatste spreekt? Is het geen grote genade, als wij maandenlang als blinden naar de muur getast hebben, dat God ten slotte Zijn belofte vervult, en de blinden geeft te zien uit de duisternis en uit de donkerheid? Deze lessen kunnen wij van geen mens, maar van de bijzondere onderrichtingen en leidingen Gods leren. Dat is een grote reden waarom de Heere Zijn dierbaar volk zichzelf vaak doof en blind gevoelen laat, opdat Hij alle eer zou ontvangen van het bezit van hun ogen en oren. Want Hij zal Zijn eer aan geen mens geven. Hij zal Zijn heerlijkheid niet met het schepsel delen. Hij wil het alles alleen hebben, want Hij is „een jaloers God.” Zou dit niet de reden zijn waarom u zo zelden met kracht hoort? Om u dan juist te leren wat kracht is!

J. C. Philpot, predikant te Oakham en Stamford

(”Vreugde in de God van Israël”)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer