Giethoornse restaurateur: Chinezen kalm en behulpzaam
De Chinezen ondergaan de situatie rondom het nieuwe coronavirus gelaten en helpen elkaar waar mogelijk. „Men is niet angstig en let op handen wassen en voedselhygiëne. Mensen in Nederland vonden het enger dan ik het vond”, vertelt de Giethoornse hotelier-restaurateur Gabriëlla Esselbrugge, die dinsdag nog in Shanghai was. Esselbrugge is eigenaar van een hotel-restaurant in Giethoorn en van het Holland Giethoorn restaurant in de stad Dafeng.
De rit van Dafeng naar Shanghai (ongeveer 240 kilometer) duurde dinsdag 14 uur in plaats van 3 uur, vertelt Esselbrugge. „Er waren overal roadblocks met temperatuurcontroles. Gelukkig hadden de chauffeur en ik beiden geen verhoging en konden we telkens doorrijden.” Van paniek was volgens de Giethoornse geen sprake. „Het was allemaal heel goed georganiseerd. Bij zo’n roadblock moesten we uitleggen waar we vandaan kwamen en waar we naartoe gingen.”
„Voorzichtig, behulpzaam en lief”, typeert Esselbrugge de houding van de Chinezen momenteel. „Het openbaar vervoer en de taxi’s liggen plat. De echtgenoot van de afwasser van mijn restaurant in Dafeng heeft me daarom naar het vliegveld gereden. Omdat de restaurants dicht zijn, werden we door mensen uitgenodigd om bij hen thuis te komen eten. Verder zijn er overal vrijwilligers aan het werk, bijvoorbeeld bij de temperatuurcontroles en met bevoorradingen. Omdat Chinees nieuwjaar net achter de rug is, blijven families vooral thuis, bij elkaar.”
Eenmaal op het vliegveld volgde weer een grondige maar soepele controle, volgens Esselbrugge. „We moesten een formulier invullen waarin we verklaarden dat we niet in Wuhan waren geweest en waar we wel waren geweest. Vervolgens waren er weer extra temperatuurchecks, waar ik één persoon uit de rij gehaald zag worden. In het vliegtuig droegen alle passagiers en de bemanning mondkapjes.”
In het vliegtuig was er volgens de hotelier-restaurateur geen spoor van enige angst of paniek. „De mensen die ik sprak, hadden hun vlucht al even geleden geboekt. Er waren geen mensen die per se het land uit wilden. Hoewel sommige Nederlandse bedrijven hun mensen uit China terugroepen, blijven er veel die ik sprak liever in China. Mensen in Nederland vinden het enger dan ik het vond.”