Post-It-maker voelt hogere PFAS-kosten
Industrieel concern 3M verwacht meer geld kwijt te zijn aan juridische zaken rond PFAS, een groep chemische stoffen die niet afbreekbaar zijn. Verschillende Amerikaanse staten hebben rechtszaken lopen tegen het bedrijf achter Post-It en Scotch, wegens het aandeel dat het bedrijf zou hebben gespeeld bij vervuiling met PFAS.
Voor dergelijke rechtszaken en onderhandelingen over schikkingen zette 3M in de laatste drie maanden van vorig jaar 214 miljoen dollar apart, maakte het bedrijf bij de presentatie van zijn kwartaalcijfers bekend. In heel 2019 bedroegen de kosten voor PFAS-geschillen 762 miljoen dollar.
PFAS zorgde vorig jaar ook in Nederland voor beroering, omdat de regering een dusdanig strenge maximumwaarde voor de stoffen invoerde dat bouwers amper grond mochten vervoeren. Inmiddels is die maximumwaarde verruimd.
Onder andere de staat New York heeft een rechtszaak lopen tegen 3M. Blusschuim dat het bedrijf in het verleden verkocht, bevatte PFAS, dat zo in de grond en het drinkwater terechtkwam. New York wil de kosten voor maatregelen tegen die vervuiling op het bedrijf verhalen.
Mede door de hogere juridische kosten boekte 3M in het vierde kwartaal een lagere winst. Onder de streep bleef 969 miljoen euro over, tegenover ruim 1,3 miljard dollar in dezelfde periode vorig jaar. Ook reorganisatiekosten namen een hap uit de winst. De omzet steeg met 2,1 procent tot 8,1 miljard dollar, wat vooral door overnames kwam.