Deel Kamer vindt De Jonge te flets in embryodebat
Minister De Jonge (VWS) houdt zich te afzijdig in het embryodebat, vinden PvdA en GroenLinks.
Volgende week brengen de twee partijen een motie in stemming waarin de CDA-bewindsman wordt opgeroepen meer in het openbaar te spreken „over het belang en de betekenis van dit onderwerp en de voor- en nadelen van de verschillende standpunten.”
De oproep krijgt waarschijnlijk de steun van de coalitiepartijen D66 en VVD.
Om het regeerakkoord uit te voeren organiseert De Jonges ministerie een serie publieksdebatten over medisch-ethische onderwerpen, dialogen genoemd, in het land. In een van die discussierondes mogen burgers zich tot en met dit voorjaar uitspreken over de vraag of het kabinet wetenschappers groen licht zou moeten geven voor het tot stand brengen van proefembryo’s ten behoeve van medisch onderzoek. Een andere dialoog gaat over de vraag of wensouders ter voorkoming van dragerschap het geslacht van hun kind mogen kiezen. Het toestaan van geslachtskeuze is in dat geval bedoeld om te voorkomen dat er een kind met afwijkende genen wordt geboren, dat de erfelijk overdraagbare aandoening die daardoor wordt veroorzaakt zelf niet krijgt, maar de gendefecten wel doorgeeft aan het nageslacht.
Veel oppositiepartijen willen dat dit kabinet nog deze kabinetsperiode beslist of het de regels omtrent beide thema’s wil versoepelen, en welke rol de uitkomst van de publieksdebatten daarin speelt. SP-Tweede Kamerlid Hijink deed donderdag het voorstel om onderzoek met embryo’s mogelijk te gaan maken, maar dan puur om de invloed van kweekvloeistoffen op de zorgvuldigheid en de kwaliteit van de ivf-procedure na te gaan. „Dat voorstel moeten christelijke partijen toch kunnen steunen”, betoogde hij donderdag. „Zo’n 95 procent van de embryo’s die nu bij ivf worden ingezet gaan volgens wetenschappers verloren. Als dat er minder worden door gericht onderzoek met embryo’s toe te staan, is dat toch winst?”
In het regeerakkoord staat echter dat het kabinet pas na de publieksdebatten, dus na de zomer, beslissingen neemt. De Jonge en de coalitie hielden daar donderdag aan vast, VVD en D66 met zichtbare tegenzin.
In De Jonges voorstel voor een ruimere geslachtskeuze bij ivf kon een Kamermeerderheid zich, zoals verwacht, prima vinden. Kern daarvan is dat geslachtsselectie mogelijk wordt bij erfelijk overdraagbare aandoeningen die vaker bij het ene dan bij het andere geslacht tot uiting komen, terwijl de genetische risicofactor bij beide hetzelfde is.
In hoeverre wensouders daar straks gebruik van maken, is volgens De Jonge trouwens nog maar de vraag. Door een betere genmutatiedetectie kunnen artsen de niet-aangedane embryo’s volgens hem steeds beter uitselecteren. Geslachtsselectie komt dan volgens hem pas in beeld wanneer er enkel nog embryo’s met gendefecten beschikbaar zijn. In dat geval mogen ouders dus kiezen voor het geslacht met het laagste ziekterisico.