Gasunie beproeft opvolger hr-ketel
De Gasunie wil dat er in 2006 tenminste 1000 kleine warmte/krachtcentrales bij particulieren staan. Deze thuiscentrales, die elektriciteit en warmwater leveren, zijn superzuinig en besparen de grote stroomcentrales een flinke hoeveelheid gas. Het bedrijf spreekt van „de opvolger van de hr-ketel.”
In samenwerking met de Stichting Natuur en Milieu startte de Gasunie vrijdag in Putten een proef met de nieuwe microwarmte/krachtcentrale, die men onder de naam thuiscentrale op de markt wil brengen. Er doen dit jaar op proef honderd huishoudens mee. De energiebesparing van het apparaat bedraagt 20 tot 30 procent.
Monique Somers van het KNMI gaf gistermiddag het startsein. Volgens projectleider H. Overdiep van de Gasunie, zelf ook eigenaar van een nieuwe thuiscentrale, kan grootschalige toepassing van thuiscentrales op termijn de bouw van nieuwe kolengestookte elektriciteitscentrales overbodig maken. De thuiscentrales leveren namelijk ook stroom aan het net. Wanneer dat op afroep gebeurt, vervangt dat een grote centrale. „Bovendien is het veiliger, want talloze kleine centrales thuis zijn lang niet zo kwetsbaar”, meent de projectleider.
De thuiscentrale bestaat uit een aardgasmotor die een dynamo aandrijft voor elektriciteitsproductie. Met de restwarmte van de motor wordt onder hoogrendementcondities water verwarmd voor de centrale verwarming en warm tapwater, net als bij een combiketel. De Gasunie is in gesprek met fabrikanten over verbetering van de centrale. Wanneer het apparaat echt in productie wordt genomen, kost het naar verwachting het dubbele van een hr-ketel. „Maar dat heb je dan in vijf jaar terugverdiend”, aldus Overdiep.
De Gasunie en Natuur en Milieu zien de promotie van de warmtekrachtkoppeling als een bijdrage om de klimaatverandering te beperken en de gevolgen ervan beheersbaar te maken. Warmtekrachtkoppeling wordt nu al vaak toegepast in ziekenhuizen, tuinbouwbedrijven en de industrie.
Tijdens een veldsymposium toonde Natuur en Milieu vrijdag veranderingen in de natuur, waaraan nu al zichtbaar is dat het warmer wordt in Nederland als gevolg van het broeikaseffect. Om de klimaatverandering te beperken en de gevolgen beheersbaar te houden, zijn forse investeringen in energiebesparingen en schone technologie nodig, meent de stichting.