Buitenland

Trump bewaakte rode lijn met uitschakelen generaal Soleimani

De liquidatie van de Iraanse generaal Qassem Soleimani past in de ”Trumpdoctrine”. Geen Amerikanen opofferen in zinloze oorlogen, maar keihard optreden als landgenoten worden gedood.

Martin Janssen
13 January 2020 15:27Gewijzigd op 16 November 2020 17:57
Doden Soleimani paste in Trumpdoctrine. beeld AFP
Doden Soleimani paste in Trumpdoctrine. beeld AFP

Toen Osama bin Laden in 2011 werd gedood door het Amerikaanse leger, werd alom gevreesd voor gewelddadige vergelding van al-Qaida. Die bleef echter uit. Toen vorig jaar Abu Bakr al-Baghdadi van Islamitische Staat werd uitgeschakeld, waarschuwden deskundigen weer voor een golf van geweld. Ten onrechte, zoals later bleek.

Op 3 januari werd de Iraanse generaal Qassem Soleimani door de Amerikanen gedood. Suleimani leidde sinds 1998 de Iraanse Quds Brigade, die binnen de Iraanse Republeikeinse Garde verantwoordelijk is voor militaire operaties buiten de Iraanse grenzen. De Koeweitse krant al-Jarida berichtte onlangs dat Israël al in 2015 van plan zou zijn geweest om Suleimani in Damascus te vermoorden. Volgens deze krant zou de toenmalige Amerikaanse president Obama echter de Iraanse autoriteiten hebben ingelicht. Dat verijdelde de Israëlische plannen.

Na de liquidatie van generaal Soleimani kwam de Amerikaanse president Trump alom onder vuur te liggen. Het doden van Soleimani zou ondoordacht zijn geweest en Trumps onvoorspelbaarheid illustreren.

De zogenaamde ”Trumpdoctrine” voor het Midden-Oosten was echter net zo simpel als duidelijk. Trump was niet langer bereid Amerikaanse soldaten op te offeren in eindeloze oorlogen in de regio. Tegelijkertijd liet hij weten dat het doden van Amerikanen voor hem een rode lijn vormde. En dit was precies wat op 27 december gebeurde. Op die dag vuurden pro-Iraanse milities meer dan dertig raketten af op een Amerikaanse basis in Kirkuk. Dat kostte één Amerikaan het leven; vier anderen raakten gewond.

Twee dagen later beschoten de VS locaties van de pro-Iraanse militie Kata’ib Hezbollah in Irak. Dat kostte 25 leden van deze groepering het leven. Uit wraak bestormde deze militie op oudjaarsdag de Amerikaanse ambassade in Bagdad. Trump reageerde met een waarschuwende tweet richting Iran. De Iraanse ayatollah Khameini verklaarde spottend en zelfverzekerd dat „de VS niets konden doen.” Dat hij buiten de waard had gerekend die Trump heette, bleek toen Suleimani werd gedood.

Vooral in Europa werd ontzet gereageerd, omdat Iran vrijwel zeker met geweld zou reageren. Iran was in 2019 sowieso al op veel fronten gewelddadig bezig geweest. In de Perzische Golf werden olietankers aangevallen en er werd grote schade toegebracht aan Saudische olie-installaties. Toen eind 2019 demonstraties uitbraken in Irak, reageerden pro-Iraanse milities hier met grof geweld op. Het uitblijven van een westers antwoord gaf Teheran het gevoel dat het volkomen immuniteit genoot.

Sinds de Iraanse revolutie van 1979 worstelt het Westen met de vraag hoe men moet onderhandelen met de nieuwe heersers in Teheran. Gedreven door angst werd dit regime in principe carte blanche gegeven. Deze cyclus werd op 3 januari door Trump doorbroken. De boodschap: De VS zijn niet langer bereid het spel te spelen volgens het Iraanse draaiboek. De opties voor Teheran zijn ondertussen beperkt. Het regime is in eigen land zo impopulair dat het een oorlog met de Verenigde Staten vrijwel zeker niet zal overleven.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer