Warme gevoelens voor soep
Soep op het vuur is als een goede vriend in huis. Extra lekkere soep is als nieuwe familie.
Dit bekende citaat is afkomstig van de jong overleden journalist Ischa Meijer, vermaard vanwege zijn scherpe interviews. Maar hij had dus ook een warme, huiselijke kant.
Er wordt wel gezegd dat je het van het stoken van een houtkachel op een aantal manieren warm krijgt. Voor soep geldt hetzelfde, zo heb ik de afgelopen weken weer eens ontdekt. Er stond namelijk heel vaak soep op het menu.
De eerste aanleiding daarvoor was de komst van een slow cooker. Die moest natuurlijk worden uitgeprobeerd. In combinatie met soepvlees en schenkel leidde dat tot diverse pannetjes soep. Die stonden –zoals dat bij een slow cooker hoort– zo ongeveer een dag te trekken en ondertussen kruidige dampen te verspreiden.
Een griepje was de tweede reden om soep te eten. Als je koorts hebt en alles in je hoofd zeer doet is er maar weinig waar een mens trek in heeft. Maar je moet toch wat eten. Een hartig soepje gaat er dan meestal nog wel in. Wat meer is: Daar kikker je letterlijk van op.
Vervolgens stond er in de kerstvakantie een fietstocht in het hoge noorden op het programma. Het vroor niet, maar het was wel nevelig, met als gevolg gevoelstemperaturen beneden nul. Hoe goed je je daar ook op kleedt, op den duur ben je koud tot op het bot. Wat daartegen helpt: hete soep, desnoods twee keer per dag.
Mosterdsoep met makreel
Ingrediënten (voor circa vier personen): Voor de soep: 1 ui; 1 prei; 1 knoflookteen; scheutje olie; 1 groentebouillonblokje; 3 el crème fraîche; 2-3 el grove mosterd. Verder: gestoomde makreel, wat fijngesneden preigroen of bladpeterselie.
Bereiding
Maak de ui, de prei en de knoflookteen schoon en snijd ze fijn. Houd eventueel wat fijngesneden reepjes van het lichtgroen van de prei apart voor de garnering van de soep. Doe een scheutje olie in een ruime pan en fruit de groenten daarin ongeveer tien minuten op laag vuur tot ze zacht zijn.
Doe een liter water en het bouillonblokje in de pan. Breng alles aan de kook en laat de soep ongeveer tien minuten koken. Pureer de soep met een staafmixer.
Maak in de tussentijd de makreel schoon: verwijder het vel en de graten en verdeel de vis in plukjes.
Roer de crème fraîche en de mosterd door de gepureerde soep en warm alles nog even goed door. Proef of de soep hartig genoeg is, maar bedenk wel dat de makreel ook nog voor flink wat smaak zorgt. Voeg eventueel nog wat extra mosterd of peper en zout toe.
Schep de soep in de borden. Voeg de makreel pas op het laatste moment toe. Niet alle vis wordt gebruikt: 2 tot 3 eetlepels per persoon is vermoedelijk wel genoeg. Bestrooi de soep met wat fijngesneden prei of bladpeterselie.