Economie

Consument moet in 2020 de kar trekken

De economische groei zwakt af. Dat was de boodschap die naar voren kwam uit de prognoses eind vorig jaar. Twaalf maanden later is in alle becijferingen de teneur dezelfde. Een verdere versobering ligt derhalve in het verschiet. Maar de burger lijkt daar voorlopig weinig van te merken. Hij moet de kar gaan trekken.

Arie de Rooij
30 December 2019 18:12Gewijzigd op 16 November 2020 17:51
De meeste burgers krijgen volgend jaar extra geld in de portemonnee. De consumptie zal daardoor naar verwachting de grootste bijdrage leveren aan de groei van de economie. beeld ANP, Robin Utrecht
De meeste burgers krijgen volgend jaar extra geld in de portemonnee. De consumptie zal daardoor naar verwachting de grootste bijdrage leveren aan de groei van de economie. beeld ANP, Robin Utrecht

Drie jaren achtereen nam in Nederland het bruto binnenlands product (bbp), de optelsom van wat we met elkaar verdienen en daarmee een indicatie van de welvaartsontwikkeling, toe met meer dan 2 procent. De piek beleefden we in 2017 met een plus van 3,0 procent. Daarna zijn we teruggezakt, van 2,5 procent in 2018 tot 1,7 procent dit jaar.

Die lijn tekent zich ook internationaal af. Duitsland, waar wij veel van onze producten verkopen, verkeert op de rand van een recessie. En niet alleen daar, maar wereldwijd is de situatie verslechterd. Handelsconflicten en de daaruit voortvloeiende onzekerheid eisen hun tol. De acute dreiging van een escalatie van de tweestrijd tussen de Verenigde Staten en China is even verdwenen nu deze grootmachten recent op onderdelen een akkoord hebben bereikt. In de verdere onderhandelingen, over gevoelige en complexe onderwerpen, kan het sentiment echter zomaar weer omslaan. Niemand zo onberekenbaar als Donald Trump.

Brexit

Een andere risicofactor is en blijft de brexit. Chaos op korte termijn hoeven we niet langer te vrezen. Na de eclatante verkiezingsoverwinning van Boris Johnson zal het Verenigd Koninkrijk eind januari op geordende wijze de EU verlaten. Daarna begint het overleg over de toekomstige handelsrelatie. Dat zou eind 2020 moeten zijn afgerond. Maar dat lijkt veel te ambitieus. De kans bestaat dat er dan alsnog een harde brexit, zonder deal, plaatsvindt. In de loop van volgend jaar zal de spanning hierover ongetwijfeld weer oplaaien.

AEX

Een aarzelende economie en aanzienlijke risico’s, de aandelenbeurzen storen zich er niet aan. In Amsterdam liet de AEX deze maand voor het eerst sinds 2001 slotstanden van boven de 600 punten in de boeken bijschrijven. De index koerst aan op per saldo een jaarwinst van zo’n 25 procent. Beter kan nauwelijks. In New York, op Wall Street, ging de vlag in 2019 regelmatig uit voor opnieuw een recordstand van de graadmeters.

De uitbundigheid wordt mede gevoed door de lage rente. In de eurozone besloot in september de Europese Centrale Bank in Frankfurt om het stimuleringsbeleid kracht bij te zetten en het opkopen van obligaties te hervatten.

Ook de arbeidsmarkt floreert, wat weerspiegelt dat we een periode van een fors aantrekkende productie achter de rug hebben. De werkloosheid daalde tussen 2014, toen we begonnen op te krabbelen uit de recessie na de financiële crisis, en dit jaar van 7,4 naar 3,4 procent van de beroepsbevolking. Niet te snel juichen trouwens bij dat laatste cijfer, want het leidt tot een schaarste aan arbeidskrachten en dat vormt een belemmering voor expansie van de bedrijvigheid.

Stikstof en PFAS

De diverse prognoses voor 2020 duiden erop dat de trend van de achterliggende tijd wordt doorgetrokken: de groei van de economie zal verder vertragen. Het Centraal Planbureau (CPB) rekent op een bbp-stijging van 1,3 procent, ING gaat uit van 1,5 en ABN AMRO van slechts 0,9.

Daarbij moeten we afwachten wat precies de gevolgen zullen zijn van de dit jaar gerezen problemen van eigen Hollandse bodem. Stikstof en PFAS beheersen de laatste maanden de politieke discussie en veroorzaken maatschappelijke onrust. Deze milieuvraagstukken hebben een negatieve uitwerking op de economie. Bouwprojecten vallen stil, investeringen worden uitgesteld. Het CPB en De Nederlandsche Bank (DNB) schatten vooralsnog dat het zal meevallen. Zij boeken nationaal een negatief effect in van slechts 0,1 procentpunt.

Koopkracht

Mondiaal blijft er sprake van een gematigd niveau van economische activiteit. Nederland zal het daardoor de komende tijd niet moeten hebben van de uitvoer. De grootste bijdrage aan de uitbreiding van het bbp valt te verwachten van de binnenlandse bestedingen en dan vooral van de uitgaven van huishoudens. De minder gunstige groei-ontwikkeling raakt hen voorlopig niet. Dus moet de consument volgend jaar de economische motor van brandstof voorzien.

De burgers beschikken in 2020 in doorsnee over meer geld in de portemonnee. Zo krijgt een modale werknemer (bruto rond 35.000 euro per jaar) elke maand netto zo’n vijf tientjes meer bijgeschreven op zijn bankrekening, een werknemer met een minimumloon drie tientjes. Een combinatie van hogere lonen, lagere belastingen en een geringere inflatie zorgt voor een koopkrachtstijging van rond 2 procent.

Je mag veronderstellen dat extra financiële ruimte de kooplust aanwakkert. Bovendien loopt de werkloosheid nauwelijks op. Mensen hoeven niet bang te zijn dat ze hun baan verliezen en mocht dat onverhoopt toch gebeuren, dan zijn er genoeg andere te vinden. Kortom, voor de consument staan alle seinen op groen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer