CDA filosofeert in lijfblad over protestactie Annie Schreijer
Één zinsnede uit een perspectiefnota van het Wetenschappelijk Instituut van het CDA zette de partij in vuur en vlam. Het CDA-blad Christen Democratische Verkenningen (CDV) blikt in het jongste nummer terug op het tumult.
Schrijf in een discussienota op dat duurzaamheid, dierenwelzijn en het inkomen van de boeren voortaan „belangrijker” moeten zijn dan de ambitie van Nederland om de tweede voedselexporteur van de wereld te willen blijven. Wat gebeurt er dan? Bij het CDA weten ze het antwoord. Dan komt CDA-Europarlementariër en boerenheldin Annie Schreijer met CDA-senator Joop Atsma verhaal halen op de eerste landelijke ledenbijeenkomst waarop het document wordt besproken, en krijgen de opstellers onder uit de zak. Aldus geschiedde op 9 november, met als gevolg een aanhoudende partijdiscussie over de vraag: zijn we nu te weinig, of misschien te veel een boerenpartij?
Voor het antwoord gaat CDV eerst te rade bij de katholieke boerenzoon Herman Wijffels; de oud-voorzitter van de hoofddirectie van de Rabobank die daarna topfuncties bekleedde bij de SER en de Wereldbank in Washington. Hij benadrukt dat ongeveer een vijfde van de Nederlandse boeren al hard op weg is om stappen te zetten richting de zogenaamde circulaire landbouw. Bovendien lijken steeds meer mensen bereid om extra geld te besteden aan lokale (vlees)producten.
Wijffels oppert dat de gewraakte zin wellicht minder revolutionair was overgekomen als deze meer in deze context was geplaatst. Met de nota zelf – „een proeve van authentiek christendemocratisch denken”– is hij content.
Helemaal consistent is zijn analyse overigens niet, omdat hij benadrukt dat de landbouw ondanks allerlei spontane tendenzen uiteindelijk een totale, door de EU gestuurde ombouw van het systeem nodig heeft. „Net zo’n grote operatie als na de Tweede Wereldoorlog, toen onder leiding van Sicco Mansholt het huidige Europese landbouwbeleid werd opgetuigd”, zegt hij in CDV.
Oud-CDA-senator Jos van Gennip –een commissie onder zijn leiding analyseerde de draconische verkiezingsnederlaag van de partij in 1994– zit op eenzelfde lijn. Van Gennip, oud-landbouwer en ook telg uit een boerengeslacht, vindt de commotie over de passage overbodig wanneer ze wordt gelezen „in volheid en in objectiviteit.”
Een vurig verdediger van de nota toont zich CDA-partijhistoricus en publicist Pieter Kroeger. De opstellers proberen volgens hem tegenwicht te bieden tegen de polarisatiedrift, tegenstellingen te overbruggen en beginselvaste politiek te bedrijven; net als de grondleggers van de partij. Degradeer het CDA niet tot de belangenbehartiger van rurale grootverdieners, is Kroegers appel. De klacht dat „onze boeren” niet meer worden gehoord wordt volgens hem vooral geuit door CDA’ers die van de partij een soort CSU (een conservatieve, Duitse partij) aan de Dinkel of de Maas willen maken, schrijft hij.
Kroeger krijgt bijval van Ton Duffhues, specialist Landbouw & Samenleving bij de Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie (ZLTO). Het CDA heeft de economische oriëntatie op agrarisch ondernemerschap altijd verdedigd door zich te beroepen op de sociale en mentaal-culturele waarden die boeren zouden vertegenwoordigen, stelt hij. Gedateerd, aldus Duffhues, want boeren zijn gewone ondernemers. Het CDA moet volgens hem ophouden om hun knollen voor citroenen te verkopen en snel met boeren én burgers gaan werken aan een totale vernieuwing van het voedselsysteem. De stapel visiedocumenten van het CDA over rentmeesterschap en duurzaamheid is al groot genoeg.
De enige die de opstellers van de nota fors en hardop mag bekritiseren is frappant genoeg een buitenstaander: PvdA-ideoloog René Cuperus. De zij-aan-zij-samenleving waar het CDA zo graag aan zegt te willen bouwen, bestond al, betoogt Cuperus. Hij doelt op de verzorgingsstaat; erfenis van PvdA en CDA. Het zijn diezelfde partijen („het politieke midden”) die haar mede hebben verkwanseld, stelt hij, doordat ze te elitair doorschoten in economische en culturele liberalisering en te laks optraden tegen migratie, misdaad en maatschappelijk onverantwoord ondernemen.
Met de discussienota biedt het CDA boeren en andere groepen volgens Cuperus te weinig zekerheid en continuïteit. Zijn conclusie: dat Schreijer, Atsma en de boeren op 9 november luidkeels aan de noodrem trokken, riep de partij uiteindelijk over zichzelf af.
Daar mag de top van het CDA het mee doen.