Koninklijk Huis

Warm welkom voor prinses Beatrix op Saba en Statia

Prinses Beatrix bracht vorige week werkbezoeken aan Saba en Sint Eustatius. Daar bekeek ze verschillende natuurprojecten. Ook had ze aandacht voor de cultuur en het sociaal-maatschappelijk werk, zoals de naschoolse opvang.

Hans Jacobs
19 December 2019 10:14Gewijzigd op 16 November 2020 17:47
Met de oudste bewoonster van Sint Eustatius. beeld ANP, Robin van Lonkhuijsen
Met de oudste bewoonster van Sint Eustatius. beeld ANP, Robin van Lonkhuijsen

Het is dat prinses Beatrix het zelf vertelde, maar anders zou vorige week niemand hebben gezegd dat ze al bijna 82 jaar is. De wijze waarop ze haar tweedaagse werkbezoek aan de Caraïbische eilanden Saba en Sint Eustatius –Statia voor de eilanders– aflegde, deed menigeen versteld staan. Klimmen, wandelen, hupsen om kleumende kinderen warm te krijgen, de regen trotseren, dansen en meedeinen met de muziek, niets was de prinses te veel. Integendeel, op Saba werd donderdag nog snel een aantal programmaonderdelen toegevoegd omdat er tijd over was en Beatrix nog lang niet was uitgekeken. Donderdag opende ze Mary Point’s Trail en maakte ongepland een wandeling over dit pad door het nevelwoud.

De band van de Oranjes met de zes Caraïbische eilanden is altijd bijzonder geweest, in elk geval onder de koninginnen Juliana en Beatrix. Zij hebben die liefde op hun beurt weer overgebracht op de volgende generatie. Ook in koning Willem-Alexander hebben de eilanden in Den Haag een warm pleitbezorger en het wachten is op de eerste reis van prinses Amalia naar dit unieke deel van het koninkrijk. Dat zal niet lang meer op zich laten wachten, nu de Prinses van Oranje nog maar twee jaar is verwijderd van haar achttiende verjaardag en haar staatkundige meerderjarigheid.

Op hakken

Grootmoeder Beatrix kan haar als het zover is veel verhalen vertellen. „Ik heb altijd ongelooflijk genoten. Ik heb prachtige herinneringen en het blijft altijd even fantastisch om hier te mogen zijn”, liet de prinses weten. Maar de eilandbewoners hebben ook veel bijzondere herinneringen aan haar bezoeken. „Ze beklom destijds Mount Scenery in 45 minuten. Op hakken! Bij terugkeer aaide ze mijn zoon over zijn bol”, vertelde Angela Johnson bijvoorbeeld.

Mount Scenery is tegenwoordig met 877 meter de hoogste berg van het koninkrijk. De zoon, Jonathan, is in voor een derde termijn als gezaghebber van Saba en trad daarom op als gastheer van de prinses. Die herinnerde zich die klim overigens ook nog. „Dat deed ik samen met mijn echtgenoot. Die had lange benen, dus ik moest er achteraan rennen”, zei Beatrix.

Emotioneel afscheid

Het was een geweldige ervaring om terug te zijn op de eilanden, zo vertelde ze. In 2011 was ze voor het laatst op Statia en Saba, en vooral het afscheid van dat laatste eiland was zeer emotioneel geweest. De Sabanen voorvoelden dat het ging om het laatste bezoek van Beatrix als koningin, en bijna iedereen kwam toen naar de piepkleine luchthaven om haar toe te zingen en uit te zwaaien. Na de troonswisseling twee jaar later werd er reikhalzend uitgezien naar haar terugkomst. „Om afscheid te nemen”, aldus eilandraadsman Vito Charles. Maar een afscheidstoernee, nee, die was aan de oud-vorstin niet besteed.

Zij koos voor een andere benadering, als beschermvrouw van de Dutch Caribbean Nature Alliance (DCNA). Dat is een in 2006 opgerichte overkoepelende natuurorganisatie die zich uitstrekt over alle zes eilanden van de voormalige Nederlandse Antillen. Het initiatief ging destijds in tegen de tijdgeest, want de Antillen waren al bezig om zich op te heffen. Maar natuurorganisaties kunnen niet zonder samenwerking en het delen van kennis, zodat de DCNA het licht zag, met Beatrix als meer dan actieve beschermvrouw.

Uniek gesprek

DCNA werd dan ook de rode draad bij de bezoeken die ze na haar aftreden aan vijf van de zes Caraïbische koninkrijksdelen heeft gebracht. Curaçao is als enige nog niet aan de beurt geweest, maar zal zeker nog op de agenda van de prinses verschijnen. Beatrix gaf daarvoor zelf op Sint Eustatius al een kleine voorzet tijdens een uitzonderlijk gesprek met de meegereisde media. Uitzonderlijk omdat ze na de troonsafstand zulke gesprekken niet meer had gehouden, en omdat ook camera’s het konden vastleggen. Dat was tijdens haar koningschap altijd taboe.

„Het is hier altijd geweldig”, begon Beatrix. „De mensen zijn zo hartelijk en er gebeurt zo veel goeds. Ik vind het ook fantastisch om hier te komen, te zien waar iedereen zich voor inspant en natuurlijk ook de hoofdzaak waar ik voor kom, de DCNA, de natuurorganisatie hier, die zo hard werkt om de eilanden weer in goede staat te krijgen en te houden. Daar is heel veel voor nodig.”

Ze was blij een klein steentje te kunnen bijdragen en maakte duidelijk daarmee voorlopig ook niet te willen stoppen. In Nederland besefte men niet, aldus Beatrix, hoe uniek de natuur op de eilanden is. „Wij hebben in het koninkrijk 202 endemische soorten. Dat zijn unieke soorten die alleen bij ons voorkomen. In Nederland 2 en 200 in de Antillen. Dat is een van de redenen dat het hier zo bijzonder is: een enorme variatie, en het is zo fijn om dat een keer te kunnen zeggen want het is van groot belang.”

Kantklossen

Dat laatste droeg ze bij haar verschillende uitstapjes op de twee eilanden ook steeds uit, waarbij ze veel oog had voor de jeugd. Bij natuurbehoud geldt immers dat jong geleerd, oud gedaan is. Reden bijvoorbeeld om op Statia net als een jaar eerder op Bonaire uitgebreid in gesprek te gaan met de ”jonge rangers”: jeugdige natuurwachters, die bijvoorbeeld de stand van de inheemse iguana’s bijhouden. Beatrix wilde alles weten van het reptiel dat ze ook van de andere eilanden kende. Of het makkelijk te vangen was en of het dat niet beet? Dat er toevallig boven haar hoofd een iguana in de boom zat, maakte haar even achterdochtig. „Dat is toch niet voor mij gedaan?” vroeg ze. Maar nee, het dier was daar uit eigen beweging gaan zitten.

Beatrix had in haar programma onder meer ook ruimte gemaakt voor een bezoek aan de kantklossende vrouwen op Saba, en aan de Daughters of the King, de christelijke naschoolse opvang voor jonge meisjes op Sint Eustatius. Daar werd de prinses door Jane gevraagd naar haar naam en haar leeftijd. „Ik ben bijna 82 jaar”, antwoordde Beatrix. „Verrast dat jullie?” Wie de prinses kort daarna met diezelfde kinderen buiten zag springen en hupsen omdat ze het koud hadden, zou zeker verrast zijn geweest.

Tussendoor meldden zich zowel op Saba als Sint Eustatius ook oude ‘bekenden’, mensen zoals Angela Johnson, die de prinses bij eerdere bezoeken hadden ontvangen of gesproken. „Ze blijft onze koningin”, zei iedereen ook. Op Statia kwam Clementina Wilmans (90) speciaal naar het vliegveld om Beatrix samen met de Killy Killy Band muzikaal uitgeleide te doen. Het ontroerde de prinses, die zelfs nog een dansje maakte met Clementina.

Poncho in de hoosbui

Het had vorige week niet veel gescheeld of het bezoek aan Saba was niet doorgegaan of had ingekort of verschoven moeten worden. Saba beschikt over de kleinste landingsbaan voor burgerluchtvaart ter wereld. Die korte strip ligt naast de berg en aan het water, hetgeen tal van beperkingen met zich meebrengt voor de kleine TwinOtters die er als enige kunnen landen. Te veel regen of een verkeerde windrichting en de luchthaven gaat dicht. Dat was donderdagmorgen ook het geval en op Sint Maarten, waar Beatrix haar uitvalsbasis had, werd met spanning naar de weersvoorspelling gekeken. Uiteindelijk viel de vertraging mee, maar het was best spannend geweest, vertelde de prinses na aankomst.

Op Saba bleef de regen daarna verder weg, maar op Sint Eustatius moest een optreden van de schooljeugd worden afgebroken vanwege een hoosbui. „We begonnen met regen en we eindigen met regen”, stelde Beatrix –gestoken in regenponcho– vast.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer