Iraakse ontvoerders laten vrachtrijders gaan
Een Iraakse groep die zich de Zwarte Banier van het Geheim Islamitisch Leger noemt, heeft woensdag zeven buitenlandse gijzelaars vrijgelaten. De drie Indiërs, drie Kenianen en een Egyptenaar zijn inmiddels op weg naar buurland Koeweit.
De Arabische nieuwszender al–Arabiya toonde woensdag interviews met de zeven vrijgelaten vrachtwagenchauffeurs. Ze werden op 21 juli in Irak ontvoerd. Zij werkten toen voor de firma KGL uit Koeweit. De ontvoerders eisten dat het bedrijf zijn activiteiten in Irak staakte.
KGL liet woensdag echter weten dat dat niet is gebeurt. In een verklaring zei het bedrijf dat het in plaats daarvan ruim een half miljoen dollar losgeld heeft betaald aan de ontvoerders.
KGL maakte vorige week bekend dat het bedrijf wel zou stoppen in Irak. De ontvoerders eisten verder dat KGL compensatie zou betalen aan de slachtoffers van Amerikaanse acties in Fallujah.
De zeven mannen leken op de beelden van al–Arabiya in goede gezondheid te verkeren. Zij lachten en verklaarden door hun ontvoerders goed te zijn behandeld. „Ze leerden ons de godsdienst en toonden hoe we moesten bidden", zei de vrijgelaten Egyptische gijzelaar Mohammed Sanad tegen al–Arabiya.
Eerder op de dag werd ook al een Turkse vrachtwagenchauffeur vrijgelaten. Tahsin Top was op 7 augustus ontvoerd. Hij kreeg vlak voor zijn vrijlating van zijn ontvoerders een koran. Die ontvoerders noemen zich de Brigade Abdelkader al–Gilani en zouden ook deel uitmaken van het Geheim Islamitisch Leger.
In Irak zijn de afgelopen maanden tientallen mensen uit een groot aantal landen ontvoerd. Dinsdag werd bekend dat twaalf Nepalese gijzelaars waren vermoord door hun ontvoerders. De gijzelnemers proberen op deze wijze bedrijven en Amerikaanse troepen te dwingen Irak te verlaten.