Kabinet kiest nog geen bouwer onderzeeboot
Het kabinet maakt nog geen keuze wie de vier nieuwe onderzeeboten voor de marine mag bouwen. Nog drie scheepswerven zijn in de race voor het miljardenproject. „Zij moeten nu met een zo goed mogelijk bod op tafel komen”, zei vicepremier Hugo de Jonge vrijdag na de ministerraad.
In april waren vier bouwers door Defensie gevraagd om met een voorstel te komen. Het gaat om het Zweedse Saab Kockums, het Franse Naval, TKMS uit Duitsland en het Spaanse Navantia. Saab en Naval hebben Nederlandse partners respectievelijk Damen en Royal IHC.
Volgens De Jonge stak geen enkele partij er „met kop en schouders bovenuit”. Navantia is wel afgevallen. „De Spanjaarden konden niet leveren wat wij willen”, aldus de vicepremier. De nieuwe onderzeeboten moeten de huidige vier van de Walrusklasse tussen 2027 en 2031 vervangen.
Het is belangrijk dat de „kosten beheersbaar” blijven, zei de vicepremier. Verder zet het kabinet in op zo groot mogelijke betrokkenheid van Nederlandse bedrijven. Er komt een Ministeriële Commissie onder leiding van de premier die politieke sturing gaat geven aan het project.
Defensie trekt minimaal 2,5 miljard euro uit voor de vervanging, maar dat zal zeker verder oplopen. De Jonge gaat ervan uit dat dit kabinet nog beslist over de keuze van de bouwer. Het contract kan dan volgens de huidige planning in 2022 worden getekend.
De Nederlandse maritieme industrie laat weten niet blij te zijn met het besluit. De branchevereniging van scheepswerven, toeleveranciers en dienstverleners (Netherlands Maritime Technology) roept het kabinet op zo snel mogelijk een knoop door te hakken „in het belang van de Nederlandse industrie en werkgelegenheid alsnog op korte termijn te maken”.