Zout en licht
Jesaja 60:2
„Want zie, de duisternis zal de aarde bedekken, en donkerheid de volken; doch over u zal de Heere opgaan, en Zijn heerlijkheid zal over u gezien worden.”
Doe de Heere Jezus Christus aan en Zijn heerlijkheid zal over u gezien worden. Mocht God enige harten openen om het woord van Jezus te geloven. Mocht u zien hoe stof en as in de schoonheid en de glans van Christus worden gehuld. Mocht u zien hoe een vermoeide zondaar volmaakt schoon wordt door de lieflijkheid van Christus. Het is het heerlijkste gezicht der wereld. „Zijn heerlijkheid zal over u gezien worden.”
Nooit werd een mens alleen voor zichzelf verlost. Nooit maakte de Heere een christen om alleen op zichzelf te staan. „Gij zijt het zout der aarde.” Maar zout is niet voor zichzelf, het moet worden gebruikt. Een stad op een berg kan niet verborgen blijven. Niemand ontsteekt een kaars en zet die onder een korenmaat of een bed, maar op een kandelaar. En zij schijnt voor allen die in het huis zijn.
Maar hier is een vergelijking die nog wonderlijker is: „Maak u op, verlicht.” Christenen moeten Christus gelijk worden. Ze zijn kleine zonnen die opgaan en schijnen in deze duistere wereld. Hij maakt zich op, schijnt over ons en zegt tot ons: „Maak u op, verlicht.” Dit is het gebod van Christus tot allen die Hij heeft opgewekt.
Lieve christenen, u bent de lichten van de wereld. Arm, zwak, duister en zondig als u bent, Christus is over u opgegaan om uzelf op te maken en te verlichten.
Robert Murray M’Cheyne, predikant te Dundee (”Leerredenen”, 1862)