Uitspraak over doodsteken Amerikaanse studente
De 24-jarige Joël S. hoort woensdag hoe de rechtbank in Rotterdam over hem oordeelt na het doodsteken van de Amerikaanse studente Sarah Papenheim. Hij heeft bekend dat hij zijn 21-jarige huisgenote doodstak in het studentenhuis in Rotterdam op 12 december vorig jaar. Hij zei dat hij er zich niks meer van kan herinneren en niet weet waarom hij dat deed. In de maanden ervoor ging het slecht met hem en had hij last van hallucinaties.
Het Openbaar Ministerie heeft tien jaar cel en tbs met dwangverpleging geëist wegens doodslag. Voorbedachten rade achtte het OM niet bewezen, daarom werd vrijspraak gevraagd voor de aanklacht van moord. De advocate van S. pleitte voor alleen een psychiatrische behandeling, omdat S. volledig ontoerekeningsvatbaar zou zijn. De aanklager gaat ervan uit dat S. verminderd toerekeningsvatbaar was. Volgens deskundigen lijdt de oud-muziekstudent aan complexe mentale stoornissen.
De maanden voor de steekpartij ging S. steeds vreemder doen en Papenheim werd bang van hem. Een andere vriendin van S. en ook het latere slachtoffer hadden contact daarover met de hulpverlening. In een onderzoek hiernaar werd onlangs geconcludeerd dat de hulpinstanties niets valt te verwijten.