OM: geen politieke beïnvloeding proces-Wilders
Het Openbaar Ministerie heeft geen enkel bewijs gevonden dat er sprake is van politieke beïnvloeding in de beslissing om PVV’er Geert Wilders in 2014 te vervolgen. Dat heeft het OM aan het gerechtshof laten weten, meldde het hof maandag tijdens de voortzetting van het hoger beroep tegen de politicus.
Wilders en zijn advocaten waren niet aanwezig in de extra beveiligde rechtbank op Schiphol. Maandag stond de dupliek op de planning, ofwel de tweede reactie van Wilders’ advocaten op de verdenkingen. Het OM meent dat de beurt van de verdediging, door hun niet verschijnen, hiermee voorbij is.
De politicus staat terecht voor zijn ‘minder Marokkanen’-uitspraken in 2014. Volgens Wilders heeft toenmalig minister Ivo Opstelten destijds bij het OM aangedrongen op de vervolging van de PVV-leider voor die uitspraken. Dat mag niet volgens het staatsrecht.
Het OM heeft altijd in alle toonaarden ontkend dat er enige sprake van beïnvloeding was. Op verzoek van het hof is nogmaals een zoekslag uitgevoerd en ook daar kwam volgens het OM niets uit.
Minister Ferd Grapperhaus (Justitie) is ook binnen het eigen ministerie op zoek gegaan naar informatie over de vermeende aansturing. Aanvankelijk was de bedoeling dat hij voor de kerstvakantie met opheldering zou komen, maar dat wordt waarschijnlijk pas februari, liet hij vorige week weten. De advocaat-generaal zei dat het volgens hem niet nodig is om dat af te wachten en het proces „voortvarend” voort te zetten. Het hof besluit daar later over. Het is nog niet bekend wanneer het hoger beroep volgend jaar verdergaat.
In hoger beroep heeft het OM net als in eerste aanleg een geldboete van 5000 euro geëist. De rechtbank veroordeelde Wilders in 2016, maar legde geen straf op. Zowel het OM als de politicus ging in beroep.