Hij vroeg voorts om de vrijlating van de twee Franse journalisten die op 20 augustus in Irak verdwenen. Een week na die gebeurtenis eiste een groepering, het Islamitische Leger van Irak, in ruil voor het leven van de twee Fransen de intrekking van een wettelijk verbod op opvallende religieuze uitingsvormen op scholen in Frankrijk.

De islamitische voorman Brèze is voorzitter van de Unie van Islamitische Organisaties in Frankrijk (UOIF). Hij zei in het dagblad Le Parisien dat hij islamitische leerlingen aanraadt vanaf morgen geen hoofddoekjes te dragen. „Niets opvallends, zoals de wet voorschrijft. Ze moeten de republiek niet uitdagen”, aldus Brèze.

De UOIF was tegen de nieuwe wet, maar Brèze wil naar eigen zeggen op dit moment geen olie op het vuur gooien. Het parlement heeft nu eenmaal de wet aangenomen. Brèze heeft wel kritiek op de wijze waarop de islamieten worden benaderd. De ontvoering van Fransen in Irak brengt volgens hem de moslims in Frankrijk verder in de problemen. Zij worden ook tot gijzelaars gemaakt door de vijandige houding en bejegeningen. Brèze vreest dat de druk op moslims in Frankrijk wordt opgevoerd om hun rechten te ontnemen.

De hoofddoek is volgens Brèze niet het belangrijkste probleem van de islam in Frankrijk. Hij zei dat de kwestie van de hoofddoekjes schromelijk wordt overdreven, alsof Frankrijk wordt bedreigd. Maar Frankrijk is degelijk en een lapje stof zal het land niet aan het wankelen brengen.

De UOIF zal volgens Brèze over het algemeen geen meisjes in bescherming nemen die de hijab ondanks alles toch omdoen. Bemiddeling is wel mogelijk in bijzondere gevallen waarbij iemand zich discreet en terughoudend kleedt, maar desondanks in de problemen komt door de houding van de schoolleiding. Die bepaalt uiteindelijk welke kenmerken of kledingstukken een religieus karakter zouden dragen.