NAVO wil politieke samenwerking versterken
De NAVO wil de politieke samenwerking binnen het bondgenootschap verbeteren. De leiders van de lidstaten gaven topman Jens Stoltenberg op hun top in Londen de opdracht dit proces met andere experts in goede banen te leiden, staat in de eindverklaring van de NAVO-top in Londen.
Het besluit viel na een ruzieachtige sfeer over onder meer de Turkse inval in Noord-Syrië, die niet binnen de NAVO was overlegd. De Franse president Macron was het duidelijkst over de noodzaak tot veranderingen in de strategie, door zijn opmerking dat de NAVO „hersendood” is.
„Hoe gaan we verder, hoe kunnen we de NAVO effectiever maken?”, verwoordde premier Rutte het. Zaak is volgens hem dat ministers en wellicht ook regeringsleiders vaker in overleggen niet alleen de operationele, maar ook politieke aspecten bespreken. Voorkomen moet worden dat landen elkaar verrassen. Rutte is voorstander van versterking van de Europese defensie, maar „absoluut” niet ten koste van de trans-Atlantische band.
De Turkse president Erdogan zette zijn dreigement het verdedigingsplan voor Polen en Baltische staten te blokkeren niet door. Hij had gedreigd met een blokkade als de andere lidstaten zijn strijd tegen ‘terroristen’ in Syrië niet zouden steunen. Het gaat het om de Koerdisch-Syrische YPG-militie, die eerder werd bewapend door de VS. De militie kwam niet ter sprake, maar Erdogan heeft ingestemd met het plan, aldus Stoltenberg. Dat houdt in dat bondgenoten troepen en materieel paraat hebben staan om snel bij een crisis te kunnen zijn.
De leiders bogen zich onder meer over Rusland en de opkomst van China als (militaire) wereldmacht. Op die „uitdaging” moet een reactie komen. De NAVO-landen moedigen ook China aan deel te nemen aan nieuwe afspraken over wapenbeheersing, zei Stoltenberg. Dialoog met Moskou, naast afschrikking, moet voorkomen dat er een nieuwe wapenwedloop ontstaat, zei hij.
Rutte benadrukte dat de druk op Rusland een hogere prioriteit moet houden dan de dialoog. „De top is uiteindelijk goed verlopen”, concludeerde hij.
Alle bondgenoten schaarden zich achter het principe dat een aanval op een, een aanval op allen is. Ook onderschreven ze de doelstelling 2 procent van hun nationaal inkomen aan defensie uit te geven.