Gehandicapte Corien kon de bocht naar het toilet niet nemen
Keurig had het cultuurcentrum een invalidentoilet laten inbouwen. Toch kon Corien Delger (36) daar met haar rolstoel niet komen.
De gehandicapte inwoonster van Krimpen aan den IJssel slaagde er niet in de bocht naar het toilet te maken. Te krap was het allemaal. „Dan houdt het op”, verzucht ze dinsdagochtend.
Met het voorbeeld wil Delger, die kampt met een bindweefselaandoening, duidelijk maken dat gemeenten, instellingen en winkels veel meer actie kunnen ondernemen om het leven van mensen met een beperking te veraangenamen. Als lokaal ambassadeur van gehandicapten ging Delger samen met mensen van het gemeentebestuur in haar woonplaats Krimpen aan den IJssel de straat op om ongemakken voor mensen met een beperking voor het voetlicht te brengen. „Denk aan een lantaarnpaal die in de weg staat.”
Voluit onderschrijft ze de noodkreet van de Alliantie VN-verdrag Handicap. Dat samenwerkingsverband van vijf organisaties die belangen van gehandicapten behartigen, stelt dinsdag dat de positie van mensen met een beperking in Nederland de afgelopen jaren verslechterde. Nederland verplichtte zich in 2016 met het ondertekenen van het VN-verdrag Handicap om de positie van gehandicapten te versterken.
De afgelopen drie jaar werd het voor die burgers echter moeilijker om volwaardig mee te doen, stelt de alliantie. De werkloosheid ging omhoog, het aantal mensen met een beperking dat in armoede leefde, steeg in 2016 tot 24,6 procent en de Participatiewet voldoet niet. Mensen met een beperking krijgen moeizaam toegang tot zorg, ondersteuning en speciaal onderwijs. Daarnaast is er een tekort aan betaalbare aangepaste woningen, stelt de alliantie.
Armoede
Als mensen met een beperking aan de bel trekken bij bijvoorbeeld een gemeente, kan er „absoluut” een keer ten goede komen, ervoer Delger. Zelf zit ze om tafel met ondernemers van winkelcentra in haar woonplaats Krimpen aan den IJssel. Dat leidde er toe dat ze meepraatte over invalidententoiletten in supermarkten.
Herkenbaar vindt Delger de zorgen van de alliantie over armoede onder gehandicapten. „Die mensen blijven nogal eens onder de radar. Ik weet van een gezin met twee kinderen. Moeder is gehandicapt, vader zorgt thuis voor haar. Ze trekken het niet en lopen bij de voedsel- en kledingbank.”
Huisartsen, maar ook bijvoorbeeld ergotherapeuten die een rolstoel voor een gehandicapte regelen, zouden verder moeten kijken dan hun neus lang is, bepleit Delger. „Laat een arts ook letten op de thuissituatie. Lopen kinderen met gescheurde kleren rond? Dat kan een teken van armoede zijn. Schakel dan als arts hulpinstanties in.”
„Schrijnend”, noemt Jan Schreuders, cao-coördinator arbeidsvoorwaardenbeleid bij de christelijke vakorganisatie RMU, de klacht van de alliantie dat de werkloosheid onder gehandicapten de afgelopen jaren steeg. „In een tijd dat de economie alleen maar groeide en werknemers uit het buitenland worden gehaald, staan er toch 1 miljoen mensen aan de kant, onder wie mensen met een beperking.”
Schreuders deelt de conclusie dat de Particaptiewet mensen met een beperking benadeelt. „Die wet bepaalt dat niet langer de landelijke overheid, maar gemeenten sociale werkplaatsen onder hun hoede krijgen. In de praktijk betekent dat nogal eens dat sociale werkplaatsen minder functioneren. Terwijl zo’n sociale werkplaats juist een beschutte plek biedt aan een gehandicapte. Gemeenten gebruiken hun budget nogal eens vooral om hulp te bieden aan gehandicapten van wie ze verwachten dat die een redelijke kans maken op de arbeidsmarkt. Mensen met een beperking die lastiger aan werk te helpen zijn, vallen dan eerder buiten de boot.”
Anders dan de alliantie is minister Hugo de Jonge gematigd optimistisch over de positie van gehandicapten in Nederland. In een maandag verstuurde brief aan de Tweede Kamer wijst hij erop het openbaar vervoer toegankelijker wordt en dat meer gemeenten en bedrijfssectoren plannen hebben om gehandicapten ter wille te zijn.