Wall Street begint week met verliesbeurt
De aandelenbeurzen in New York zijn maandag duidelijk lager gesloten. Tegenvallende cijfers over de Amerikaanse industrie drukten op het sentiment. Verder keken beleggers weer naar de handelsvete tussen de Verenigde Staten en China nu het Aziatische land zou willen terugslaan voor een wet die de VS aannamen over Hongkong.
De Dow-Jonesindex sloot 1 procent lager op 27.783,04 punten. De brede S&P 500 daalde 0,9 procent tot 3113,87 punten en technologiegraadmeter Nasdaq verloor 1,1 procent tot 8567,99 punten.
Cijfers over de Amerikaanse industrie vielen tegen. De bedrijvigheid nam opnieuw af, bleek uit de inkoopmanagersindex van onderzoeksbureau ISM. Die teruggang was bovendien sterker dan een maand eerder.
Aan het handelsfront zou China willen terugslaan richting de VS vanwege een wet die oproept tot meer democratie in Hongkong. Die wet, die neerkomt op steun aan demonstranten die al een halfjaar de straat op gaan in de zakenstad, werd onlangs door president Donald Trump ondertekend.
Verder maakte Trump bekend dat er met onmiddellijke ingang weer importheffingen worden opgelegd op staal en aluminium uit Brazilië en Argentinië. Trump beticht die landen van het laten afzwakken van hun munteenheden, wat slecht is voor Amerikaanse boeren. Staalbedrijven als AK Steel, U.S. Steel en Steel Dynamics werden tot 4,7 procent hoger gezet.
Beyond Meat daalde 4,5 procent. Restaurantketen Taco del Mar besloot producten met vleesvervangers van dat bedrijf door heel de Verenigde Staten te gaan aanbieden.
Detailhandelsbedrijven op Wall Street staan eveneens in de belangstelling. Amerikaanse consumenten hebben dit jaar meer online gekocht dan ooit op Black Friday en Cyber Monday. Desondanks daalden de koersen van de grote winkelketens zoals Target en Amazon tot 1,1 procent. Walmart kreeg er 0,2 procent bij.
De euro noteerde op 1,1082 dollar, tegen 1,1084 dollar bij het slot van de Europese beurzen. De olieprijzen zaten in de lift na berichten dat oliekartel OPEC en zijn bondgenoten verdere productiebeperkingen overwegen om de prijzen te stutten. Een vat Amerikaanse olie werd 1,4 procent duurder op 55,96 dollar. Brentolie kostte 0,7 procent meer op 60,92 dollar per vat.