SP–raadslid Cornelissen wil het naadje van de kous weten over hoe het zover heeft kunnen komen met de gevallen directeur van het Havenbedrijf, Scholten. „Zijn motieven zijn me niet altijd duidelijk geweest. Hij heeft steeds gezegd in het belang van de Rotterdamse haven te handelen. Maar als dat zo is, dan kun je daar toch openlijk over spreken."

Dat is niet gebeurd, constateert ook de SP’er, die al jaren betrokken is bij de Rotterdamse gemeentepolitiek. „Is Scholten in de praatjes van Van den Nieuwenhuyzen getrapt, was hij zo naïef? Is er geld aan zijn strijkstok blijven hangen? Ik weet het niet. Het is schimmig."

Het lijkt erop dat beiden een soort zakenpartner van elkaar waren. „Ze schenen mekaar regelmatig tegen te komen in de skybox tijdens wedstrijden van Feyenoord." Scholten is bestuurder van de club uit De Kuip.

Cornelissen wil een gemeentelijke enquête naar de kwestie. „Het is „belachelijk" dat een directeur dat blijkbaar allemaal in zijn eentje kan", concludeert Cornelissen. Juridisch was het Scholten toegestaan zelfstandig voor maximaal 5 miljoen euro dingen aan te schaffen voor zijn bedrijf. En tot maximaal 25 miljoen euro mocht Scholten volgens de gemeente leningen verstrekken.

De SP’er wijst havenwethouder Van Sluis als medeverantwoordelijke aan. „Het lijkt erop dat hij zich als voorzitter van de toezichthoudende commissarissen heeft laten inpakken door Scholten. Hij is daarin heel anders dan zijn voormalig leidsman Pim Fortuyn. Die was juist zeer kritisch over het Havenbedrijf. En terecht."

Rotterdam had voldoende gewaarschuwd kunnen zijn voor de vrijgevigheid van Scholten. Er was in het verleden een aantal voorbeelden van discutabele transacties richting RDM, respectievelijk Van den Nieuwenhuyzen. Het helikopterbedrijf, de transactie rond de ss Rotterdam en Cornelissen zet ook vraagtekens rond de aankoop indertijd van het RDM–terrein aan de Nieuwe Waterweg.

In juni 2003 al uitte Cornelissen openlijk zijn twijfels, toen gebleken was dat Scholten weer geld had geleend aan Van den Nieuwenhuyzen, hoewel de zakenman nog 3,8 miljoen euro moest terugbetalen van een eerdere lening. „Aan zo’n onbetrouwbare debiteur ga je toch niet opnieuw lenen", aldus Cornelissen toen.