Armoedespiraal in stilte doorbreken
Kinderen mogen niet de dupe worden als hun ouders arm zijn. Vanuit die overtuiging steunt Stichting Leergeld Nederland sinds vijftien jaar in stilte arme gezinnen. De Afdeling Hollandsche IJssel biedt een inkijkje.
De afdeling, een van de 106 in Nederland, biedt steun in de gemeenten Capelle aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel en Zuidplas. Ze helpt kinderen tussen 4 en 18 jaar als ze onder de armoedegrens leven en hun ouders om die reden noodzakelijke uitgaven voor de kinderen niet kunnen betalen.
Secretaris Paul van den Eijnden werkt nu drie jaar voor de stichting. De situatie van zijn doelgroep verbaasde hem destijds. „Ruim 11 procent van alle kinderen in Capelle leeft onder de armoedegrens. Hun ouders moeten met soms maar 1000 euro per maand rondkomen.”
Meedogenloos
Van den Eijnden trekt zich het lot van deze jeugd aan. „Onderling zijn kinderen meedogenloos. Neem bijvoorbeeld het jaarlijkse schoolreisje. Van de 136 brugklasleerlingen op een Capelse school konden bijna 30 leerlingen niet mee. Hun ouders konden de ouderbijdrage namelijk niet missen. Op zo’n moment komt openbaar dat de scholier het thuis arm heeft. Hij of zij valt dan in de klas buiten de boot.” Die sociale uitsluiting wil de stichting voorkomen. „Ze kan een negatieve spiraal in gang zetten, waardoor ook deze kinderen later in armoede zullen leven of zelfs in de goot belanden.”
De stichting geeft geen geld aan ouders. In plaats hiervan maakt ze afspraken met winkels. „Wij geven vader of moeder een cheque die zij bijvoorbeeld ergens voor een nieuwe fiets kunnen inwisselen. Zo zijn we er zeker van dat onze hulp aan de kinderen ten goede komt. Die zien bovendien niet dat wij de aanschaf ervan mogelijk maken.” Dezelfde werkwijze geldt voor het schenken van schoolspullen en voor laptops, waanneer die nodig zijn voor schoolwerk. Het schoolreisje betaalt de stichting direct aan de school.
Vooraf bekijken tussenpersonen –vrijwilligers, het bestuur en de coördinator– van de stichting in hoeverre de aangevraagde hulp nodig is. „Ze hebben zelf vaak ook met armoede te maken gehad. Doordat zij de situatie snel begrijpen, krijgen ze snel het vertrouwen van de aanvragers.”
Kerken
In hoeverre christenen hulp bij de stichting aanvragen, durft de secretaris niet in te schatten. „Reken er maar op dat ook mensen uit reformatorische kerken armoede lijden. Maar deze mensen krijgen vaak hulp van hun eigen kerk.”
Geld om hulp te bieden krijgt de stichting onder meer van de gemeenten in haar werkgebied: Capelle aan den IJssel (85.000 euro), waar ze sinds tien jaar actief is, en de gemeenten Zuidplas (20.000 euro) en Krimpen aan den IJssel (12.500 euro), waar inwoners sinds 2018 bij de stichting kunnen aankloppen. Ook daar blijkt de nood hoog. „Het budget dat Krimpen de afgelopen twee jaar beschikbaar heeft gesteld, is niet genoeg. Terwijl haar bijdrage verhoudingsgewijs even groot is als die van het veel grotere Capelle.”
Donaties
Stichting Leergeld Nederland krijgt ook inkomsten uit donaties. De organisatie overweegt om ook de plaatselijke kerken om steun te vragen. Dergelijke gelden gebruikt de stichting niet om de tekorten van gemeentelijke bijdragen aan te vullen. „Dan zouden ze de gemeentelijke begrotingen verlichten, in plaats de doelgroep helpen. Wij gebruiken het voor speciale gevallen. Een moeder die een fiets had gekregen voor een kind, vroeg bijvoorbeeld om een tweede fiets, voor een ander kind. De gemeentelijke bijdrage staat dit niet toe, maar wij vonden de aanvraag terecht: de vrouw verzorgde thuis een gehandicapt kind. Met een tweede fiets kunnen haar beide andere kinderen nu zelfstandig naar school.”