Bouw krimpt, maar werk blijft er volop
De komende twee jaar krimpt de werkgelegenheid in de bouw, voorspelt het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB). De stikstofproblematiek versterkt dat effect.
De instroom kan beperkt blijven tot het vervangen van de natuurlijke uitstroom. In 2022 en 2023 zal er juist weer extra arbeidscapaciteit nodig zijn voor de groei, stellen de onderzoekers in een rapport dat woensdag verscheen.
Door een terugval in het aantal verleende vergunningen in de eerste helft van 2019, komt de productiegroei in de sector in 2020 bijna tot stilstand en bedraagt nog een half procent, verwachten de experts. Die stagnatie is versterkt door de vertraging van veel bouwprojecten, nadat de Raad van State een streep zette door het overheidsbeleid voor de uitstoot van stikstof.
Toch is de benarde situatie voor bouwers, waarvan een deel ook te maken heeft met vertraging door regels voor de chemische stoffengroep PFAS in de grond, onvergelijkbaar met de klap van de crisis van 2009, zegt directeur Taco van Hoek. „Nog steeds is er veel vraag naar woningen en zijn daarvoor budgetten.” Maar „verstandige regelgeving” kan „een heleboel helpen”, stelde hij tijdens de presentatie van het rapport.
Op korte termijn is de uitdaging vooral om bestaand personeel zo efficiënt mogelijk te kunnen inzetten, schrijft het EIB. Op langere termijn wordt een trend zoals duurzaamheid belangrijk voor het bouwproces.
Bijna 60 procent van de ondervraagde bedrijven geeft aan dat hun personeel al over de benodigde vaardigheden voor milieuvriendelijk bouwen, beschikt. Toch is aanvullende scholing nodig voor een derde van de gevallen, zeggen de werknemers.
>>rd.nl/stikstof